Ontsloten gras geeft zelfde melkproductie met minder ruw eiwit

Dat stelt de WUR-onderzoeker naar aanleiding van een experiment bij de Dairy Campus in Leeuwarden. Daar werd gedurende tien weken een rantsoen met ontsloten gras vergeleken met kuil- en natuurgras. Daarbij zijn zestig koeien verdeeld in drie groepen van twintig.

De ene groep kreeg gangbare graskuil met een ruweiwitpercentage van 16 procent in het totale rantsoen. De tweede groep kreeg een rantsoen waarbij de helft van de graskuil was vervangen door ontsloten gras, terwijl die helft bij een derde groep was vervangen door natuurgras. In die laatste twee gevallen was het ruweiwitpercentage van het rantsoen zo'n 15 procent.

De voeropname bij het rantsoen met deels ontsloten gras was gelijk aan dat van graskuil. Het rantsoen met natuurgras kende een beduidend lagere voeropname en gaf ook veel wisselingen in die opnames.

De productie en gehaltes van de melk bij het rantsoen met 50 procent ontsloten gras waren nagenoeg hetzelfde als bij het gangbare graskuilrantsoen. De negatieve controle, waarbij natuurgras met hetzelfde eiwitpercentage als het ontsloten gras werd gebruikt, zakte weg in productie en gehaltes. De koeien gaven hier gemiddeld 2 kilo melk per dag minder, aan het eind van de meetperiode was dit zelfs 4 kilo.

Het vetgehalte was bij deze drie groepen nagenoeg gelijk. Het eiwitgehalte zakte aanvankelijk bij de groepen met ontsloten gras en natuurgras. Dit gehalte herstelde zich bij beide groepen na ongeveer tien weken.

Beter te verteren en benutten

Bannink: 'Ontsloten gras bevat de helft minder eiwitten, suikers en mineralen dan gangbare graskuil en heeft een lagere VEM-waarde. Toch produceren koeien er net zo goed op, de energetische benutting is vergelijkbaar met het reguliere rantsoen. Blijkbaar kunnen koeien ontsloten gras veel beter verteren en benutten.' De methaanemissie per kilo droge stof ligt bij het gangbare rantsoen iets lager dan bij het rantsoen met ontsloten gras. De emissie bij het rantsoen met natuurgras ligt beduidend hoger.

Bannink is niet negatief over het ontsloten gras: 'Dit lijkt een prima product in een rantsoen voor hoogproductief rundvee. Gunstig is daarbij een verlaagd ruweiwitgehalte en daarbij een betere stikstofbenutting. En het heeft schijnbaar een hoge voederwaarde, terwijl het verhoogde methaangehalte uitblijft.'

Gras wordt ontsloten door het te persen, waarbij 50 procent van de eiwitten, suikers en mineralen met het grassap uit het gras wordt gehaald. Het graseiwit- en suikerconcentraat die na raffinage van het grassap ontstaan, zijn geschikt als ingrediënt in diervoeders en op termijn ook voor humane consumptie. De overblijvende vezel is het ontsloten gras, wat ingekuild kan worden gebruikt als ruwvoer.