Veehouders mikken op zeven grassneden

Melkveehouder Van Melick in het Limburgse Neer probeert zeven sneden per jaar te oogsten. Om dat te halen, gaat de maaier al in de derde week van april het grasland in. Als de weersomstandigheden meezitten, natuurlijk. 'Vanaf dan maai ik elke vier weken en dat bevalt me prima.' Vanwege het groeizame voorjaar oogstte hij sommige percelen deze week alweer voor de tweede keer.

De ondernemer begon met het vierwekelijks maaien toen hij in 2015 zijn jongvee afstootte vanwege de fosfaatwetgeving. Vanaf toen moest al het gras dat hij oogstte van hoge kwaliteit zijn. Een grassnede dient minimaal 1.500 tot 1.800 kilo droge stof te bevatten en maximaal 2.500 tot 3.000 kilo.

'Ik maai liever te vroeg dan te laat', zegt Van Melick resoluut. 'Ik heb een hekel aan grove sneden met weinig blad en veel stengel. De houdbaarheid is ook minder omdat je het gras tijdens het inkuilen slechter kunt vastrijden.' In het voorjaar ligt het drogestofgehalte van de kuilen op 33 tot 35 procent. De lichtere sneden hebben ook het voordeel dat ze snel ingekuild kunnen worden. 'Schudden? Nee, dat doe ik nagenoeg nooit meer. Het scheelt me dus flink wat werk.'

Flexibeler

Door het 'kalendermaaien' is de melkveehouder rond het maaimoment ook flexibeler. Is er regen op komst, dan slaat hij de maaibeurt even over zonder dat de snede meteen te zwaar wordt. Een ander voordeel is dat het gras veel ruw eiwit bevat. 'Ik doe mee aan het project Netwerk Praktijkbedrijven waarbij regelmatig versgrasmonsters worden genomen. Het ruw eiwitgehalte zit continu boven de 200 gram.'

Door de koude nachten en zonnige dagen is ook het suikergehalte momenteel hoog: 170 tot 180 gram. Het VEM-gehalte ligt doorgaans op bijna 1.100.

Het pittige gras kan in het stalrantsoen tot pensverzuring leiden. Om dat te voorkomen, voert de Limburger een hoog aandeel mais in het rantsoen. 'We doen niet aan derogatie en voeren 50 tot 60 procent mais.'

Nattigheid

Een melkveehouder in Friesland, die niet met naam genoemd wil worden, doet ook aan kalendermaaien en streeft naar zeven sneden per jaar. Hij haalde de eerste snede op 4 mei met moeite van het land. 'Qua opbrengst moest het er echt af, want we streven niet naar zware sneden. Maar de draagkracht van de bodem was de beperkende factor. De trekkers hebben niet vastgezeten, maar daar is ook alles mee gezegd.'

Achteraf is de Friese ondernemer blij dat de eerste snede eraf is, want veel boeren in zijn omgeving hebben nog niet gemaaid. Door de vele regen van afgelopen week is de bodem nog natter geworden. 'Hadden we gewacht, dan zou de opbrengst van de eerste snede op 4,5 ton hebben gelegen.'