Zuivelmarkt toont lichtpuntjes

De garantieprijs voor gangbare RFC-melk is voor mei verlaagd met 1,50 euro naar 43,25 euro per 100 kilo, zo werd deze week bekend. Dit is inclusief een kleine neerwaartse correctie over de afgelopen periode en komt volgens de zuivelverwerker door een aanhoudend hoog aanbod van melk in Noordwest-Europa en een zwakke vraag. De drie voorgaande maanden was de daling forser met 4 euro in februari, 5,50 euro in maart en 5,75 euro in april.

Opvallend is verder de forse toename van de melkproductie in Roemenië en Bulgarije, die in februari van dit jaar procentueel respectievelijk 12,8 en 9,8 procent meer molken dan dezelfde maand een jaar eerder. Omdat die landen relatief weinig melk produceren, neemt de productie daar met respectievelijk 10.000 en 5.000 ton vrij weinig toe.

Anders is dat effect in Duitsland. Daar lag de melkproductie in februari 2,3 procent hoger dan dezelfde maand een jaar eerder. Dit komt neer op 57 miljoen kilo. Overigens lag de productie in januari 2023 met bijna 2,8 miljoen ton nog eens 250 miljoen ton hoger dan in februari, die drie dagen minder telt dan januari en maart.

In Nederland was de melkproductie in maart ruim 5 procent hoger dan in 2022. Dit komt neer op een extra productie van 45.000 ton. De aanvoer was eveneens hoger dan dezelfde maand een jaar eerder, mede door de extreem hoge melkprijs in de tweede helft van 2022. Tegelijkertijd werd het voer duurder.

Op basis van de hoeveelheid geproduceerd vet lag de melkprijs voor maart 5,4 procent hoger dan in maart 2022. In februari 2023 was dit 5,8 procent hoger een jaar eerder. De toename komt volgens LTO-beleidsspecialist internationaal Klaas Johan Osinga doordat veel melkveehouders vorig jaar financieel goed hebben gedraaid, ondanks de hogere kosten: 'Boeren zien de markt veranderen, dus ik denk dat ze nog even hiervan wilden profiteren. De kostprijs komt voor velen nu wel in zicht.'

Toch ziet Osinga een rem op de productietoename, met name door het weer. 'In Noordwest-Europa is het nog nat, koeien kunnen niet overal naar buiten. Ruwvoervoorraden worden krapper. Maiskuilen worden voor flinke prijzen verhandeld.' Osinga ziet daarnaast dat de droogte in Zuid-Europa eveneens een remmend effect heeft op de melkproductie, terwijl in Zuid-Azië sprake is van grote hitte.

Terwijl de productie in de voorbije maanden is toegenomen, blijft de vraag iets achter. Vanwege de inflatie houden consumenten de hand op de knip. Ook de vraag vanuit China laat te wensen over, weet Osinga. 'Dat land importeert wel wat zuivel, maar in het verleden was het meer. Mogelijk is China nog herstellende van de coronacrisis en moet de economie nog echt op gang komen. '

Plus voor Global Dairy Trade

Toch is het volgens Osinga niet allemaal kommer en kwel. Een aantal noteringen liet vorige week voorzichtig plusjes zien. Een ander lichtpunt is dat de Nieuw-Zeelandse Global Dairy Trade (GDT) vorige week een plus noteerde. Dit is een belangrijke veiling en wordt algemeen erkend als een goede weergave van het sentiment op de wereldmarkt.

Bij de GDT steeg de gemiddelde prijs van zuivelproducten met 3,2 procent. Het is de eerste stijging van deze tweewekelijkse veiling sinds 7 februari. Bij de voorlaatste editie van deze veiling was er nog een daling van 4,7 procent.

LTO-beleidsspecialist Osinga ziet op verschillende termijnmarkten eveneens kleine plusjes: 'Het sentiment heeft ook vaak een groot effect op de mark.'