Steeds betere detectie medicijnresten in slachterij

De toepassing van verfijnde detectiemethoden in slachterijen vergroot de noodzaak om nauwkeurig te werken bij het gebruik van medicijnen. Bij brijvoerinstallaties is het lastig om versleping van medicijnresten geheel uit te sluiten.

Steeds+betere+detectie+medicijnresten+in+slachterij
© Henk Riswick

Varkensslachterijen maanden afgelopen najaar hun leveranciers tot het nauwkeurig werken bij het toedienen van medicijnen en ontwormingsmiddelen en het correct invullen van de voedselketeninformatie (VKI)-formulieren. Aanleiding om varkenshouder op te roepen de puntjes op de i te zetten, was de aankondiging van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit om in slachterijen extra te controleren op ongewenste residuen.

'Binnen een week kreeg ik van twee slachterijen een brief. De ene drong aan op zorgvuldig omgaan met ontwormingsmiddelen. De andere riep op om het VKI-formulier goed in te vullen', vertelt varkenshouder Jan van de Weem, bedrijfsleider bij Manstal Vleesproductie in het Limburgse Melderslo.

'Voor mij vormden die oproepen een aanleiding om nog eens goed te kijken hoe wij hier binnen het bedrijf omgaan met ontwormingsmiddelen en antibiotica', zegt Van de Weem. 'Ik dacht dat we het goed deden, maar een kritische blik maakte duidelijk dat het geen overbodige luxe is om de puntjes op de i te zetten.'

Het is geen overbodige luxe is om de puntjes op de i te zetten

Jan van de Weem, varkenshouder in Melderslo

De ondernemer concludeerde dat de brijvoerinstallatie die alle varkens op het bedrijf van voer voorziet, een risicofactor is. 'Er is een voerleiding die door alle afdelingen loopt. We spoelen die leiding vier keer per dag met schoon met water. Hiermee verklein je de kans op versleping sterk. Maar het spoelwater wordt wel weer gebruikt bij het maken van het volgende brijvoermengsel. Zeer kleine hoeveelheden medicijnresten kunnen hierdoor in theorie bij alle varkens op het bedrijf terechtkomen.'


Ongemerkt kunnen slachtrijpe varkens via brijvoer restjes van medicijnen of ontwormingsmiddelen binnenkrijgen.
Ongemerkt kunnen slachtrijpe varkens via brijvoer restjes van medicijnen of ontwormingsmiddelen binnenkrijgen. © Henk Riswick

Voor Van de Weem was zijn analyse aanleiding om het moment waarop hij biggen ontwormt te verplaatsen naar een andere dag in de week. 'We ontwormen biggen twee keer met een tussentijd van vijf weken. Dat deden we altijd op dinsdag. Slachtrijpe varkens leveren we op donderdag en vrijdag.'

Daardoor was er een minieme kans dat resten van ontwormingsmiddel in het voer van slachtrijpe varkens terechtkwamen, legt de varkenshouder uit. 'De wachttijd van ontwormingsmiddel flubendazol is vijf dagen. Door het ontwormen te verplaatsen naar na het afleveren van de zware varkens op vrijdag, kunnen we de kans op residuen van het ontwormingsmiddel in het voer bij de slachtrijpe varkens vrijwel uitsluiten.'


Flubendazol anders toedienen is lastig

Van de Weem heeft ook nagedacht over het op een andere manier toedienen van het ontwormingsmiddel. 'Maar met flubendazol is dat lastig. Het middel is zeer slecht oplosbaar in water, waardoor toediening in de trog met een gieter lastig is. Kiezen voor een ander ontwormingsproduct dat wel in water is op te lossen, is misschien een mogelijkheid.'

Hoewel het niet vaak nodig is om antibiotica in te zetten, keek Van de Weem ook kritisch naar zijn werkwijze bij het behandelen van vleesvarkens met medicijnen. 'Een van de voorschriften is dat je behandelingen binnen zestig dagen voorafgaande aan de slacht meldt op het VKI-formulier. Waar ik van schrok is dat vleesvarkens tegenwoordig zo snel groeien dat je soms ongemerkt al binnen die zestig dagen komt.'


Slachterijen vroegen hun leveranciers extra aandacht te schenken aan het voorkomen van residuen.
Slachterijen vroegen hun leveranciers extra aandacht te schenken aan het voorkomen van residuen. © Henk Riswick

De snelste groeiers gaan al tussen de zeventig en tachtig dagen na opleg naar de slachterij, geeft de ondernemer aan. 'Dit betekent dat ik bij deze koplopers alle medicijnen die vanaf veertien dagen na opleg zijn ingezet moet noteren op het VKI-formulier. Ook moet ik deze behandelde varkens blikken om ze herkenbaar te houden. Ik geef ze ook een kleurtje met een spuitbus op de binnenkant van een oor, om goed in beeld te hebben in welk groeitraject ze zijn behandeld.'

Als Van de Weem een koppelbehandeling met medicijnen nodig acht, doet hij dit niet via het voer, maar met een gieter in de troggen. Zo sluit hij de kans op versleping naar andere afdelingen uit.


Versleping medicijnresten

Leveranciers van brijvoerinstallaties erkennen dat bij de meeste installaties een risico op versleping van medicijnresten bestaat. 'Bij een goed onderhouden installatie waarbij je zeker weet dat alle kleppen en afsluiters goed functioneren, is dat weliswaar een klein risico', zegt Peter van Mierlo van leverancier Kamplan in Boxtel. 'Maar bij een rondgaand circuit is de kans op versleping nooit helemaal tot nul terug te brengen.'

Een optie om medicijngebruik en brijvoedering te combineren zonder risico op versleping, is het werken met steekleidingen per afdeling. Een steekleiding is geen onderdeel van een circuit. Er staat altijd voer in. Als je met een dosator rechtstreeks medicijnen toevoegt in de steekleiding, kunnen ze alleen in de voertrog terechtkomen. 'In Duitsland zie je dit regelmatig. In Nederland zijn er nog niet veel bedrijven waarbij de brijvoerinstallatie zo is opgebouwd', weet Van Mierlo.


Brijvoerinstallatie niet gebruiken

Geen gebruik maken van de brijvoerinstallatie bij het toedienen van middelen aan de varkens, is de beste manier om risico's op ongewenste residuen in het vlees te voorkomen, stelt brijvoeradviseur Jos Adriaans van voerleverancier Fransen Gerrits in het Noord-Brabantse Erp.

Adriaans: 'Kiezen voor medicineren via het drinkwater is daarbij geen alternatief. Veel varkens die brijvoer krijgen, maken geen gebruik van de drinknippel. Je bent aangewezen op het toedienen van middelen met een gieter in de trog. Dat gaat prima, maar brengt veel werk met zich mee.'



NVWA kan steeds beter zoeken

De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) werkt voortdurend aan verbetering van methoden om ongewenste stoffen in voedsel op te sporen. Afgelopen voorjaar maakte de NVWA de eerste resultaten bekend van een proef met een innovatieve detectiemethode. Deze werkt op basis van biomarkers. Dit zijn indicatoren in lichaamscellen die iets zeggen over residuen van, in dit geval, medicijnresten.

De NVWA testte de nieuwe techniek ook in varkensslachterijen en maakte enkele weken geleden bekend wat dit opleverde. Van de in totaal 170 genomen proefmonsters waren er 4 met te veel antibiotica. Het ging om een zeug, een speenbig en twee halfwasvleesvarkens, de zogeheten uitstootdieren. Dit zijn eindecarrièredieren of dieren die vroegtijdig worden geslacht. Het betreft 4 op de 54 uitslagen van uitstootdieren. 'Dat vinden we te hoog', meldt een woordvoerder van de NVWA.


Voedselketeninformatieformulier

De proef maakte ook duidelijk dat veehouders het voedselketeninformatieformulier niet altijd naar waarheid invullen. De karkassen en bijproducten van deze dieren zijn vernietigd. Boeren die hadden nagelaten het gebruik van medicijnen te melden op het formulier, kregen een schriftelijke waarschuwing.

De NVWA meldt te merken dat varkenshouders gehoor geven aan de oproep van slachterijen om de VKI-formulieren beter in te vullen. In hetzelfde bericht benadrukt de autoriteit dat ze het komende jaar goed in de gaten gaat houden of sectorpartijen elkaar scherp houden, zoals rond het respecteren van de benodigde wachttijd na toediening van diergeneesmiddelen.

Bekijk meer over:

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Vrijdag
    6° / -2°
    85 %
  • Zaterdag
    4° / 0°
    90 %
  • Zondag
    15° / 6°
    85 %
Meer weer