Fosfaat- en stikstofexcretie dalen door veestapelkrimp

De daling is het resultaat van een kleinere veestapel. Daarnaast heeft ook de samenstelling van het melkveevoerrantsoen hierop een behoorlijke invloed gehad. Het gemiddelde ruweiwitgehalte in het melkveevoerrantsoen lag in 2021 in Nederland op 165 gram per kilo droge stof. In het tweede kwartaal van dit jaar lag dat op 162 en in het derde kwartaal op 161 gram.

Om de fosfaat- en stikstofexcretie van de Nederlandse veestapel te bepalen, wordt gekeken naar actuele informatie over de omvang van de (rund)veestapel, de melkproductie per koe en de beschikbaarheid en samenstelling van krachtvoer en ruwvoer. De nieuwste cijfers zijn door landbouwminister Piet Adema naar de Tweede Kamer gestuurd.

Dalend ruw eiwit

Experts uit onderzoek en bedrijfsleven hebben volgens hem eerder al aangegeven dat de verwachte daling van het ruweiwitgehalte aansluit bij de dalende trend die vanaf 2018 is ingezet. Dat het verwachte ruweiwitgehalte nu al bijna gelijk is aan het streefdoel van de managementmaatregel 'optimaliseren melkveevoerrantsoen' is volgens hem en de experts een gevolg van de aandacht die melkveehouders, samen met hun adviseurs, op dit moment besteden aan het optimaliseren van de rantsoenen.

Het streefdoel is maximaal 160 gram ruw eiwit per kilo droge stof in 2025. Ook de lage eiwitniveaus in de voorjaars- en zomerkuilen dit jaar, als gevolg van de droge weersomstandigheden, helpen een handje mee.

Derogatiebeschikking

De minister wijst erin de Kamerbrief op dat in de nieuwe derogatiebeschikking is opgenomen dat ten aanzien van de nationale mestproductieplafonds als voorwaarde geldt dat Nederland ervoor zorgt dat de mestproductie op nationaal niveau, zowel wat stikstof als fosfaat betreft, niet meer is dan de in 2020 geproduceerde hoeveelheid. Dat mestproductie was in 2020 150,7 miljoen kilo fosfaat en 489,4 miljoen kilo stikstof.

De CBS-cijfers laten zien dat de voor 2022 verwachte nationale mestproductie lager is dan die van 2020. In de derogatiebeschikking is ook opgenomen dat de op nationaal niveau geproduceerde mest geleidelijk verder moet afnemen tot een niveau van maximaal 135 miljoen kilo fosfaat en maximaal 440 miljoen kilo stikstof in 2025. De plafonds in de Meststoffenwet worden hier binnenkort op aangepast.