Utrecht zet 50 hectare in voor vrijwillige kavelruil

Natuur- en landbouwgedeputeerde Mirjam Sterk (CDA) is blij met de mogelijkheden die door de kavelruil ontstaan. 'Het gebied rondom De Groote Maat is in ontwikkeling. Door kavelruil kunnen we meerdere doelen met elkaar verbinden. De gronden kunnen bijvoorbeeld gebruikt worden voor extensieve veehouderij, maar ook voor natuurontwikkeling en versterking van de Lekdijk.'

Kavelruil maakt het bovendien mogelijk om stikstofneerslag in de Natura 2000-gebieden Uiterwaarden Lek, Kolland en Overlangbroek te reduceren. 'En daar kennen we allemaal de urgentie van', geeft de gedeputeerde aan.

De provincie kocht in 2009 De Groote Maat aan om er nieuwe natuur te ontwikkelen. Ook zou de grond ingezet kunnen worden voor de verplaatsing van een ander agrarisch bedrijf uit de regio. Een deel van de grond werd in 2017 verkocht aan het aangrenzende Landgoed Sandenberg. Daarna zijn er meerdere pogingen gedaan om de overige 50 hectare en de opstallen te verkopen.

Juridische beperkingen

Door juridische beperkingen, zoals het niet kunnen meenemen van bestaande vergunningen, en de hoge aankoopkosten voor de potentiële koper, lukte dit niet.

Het toenmalig provinciebestuur heeft daarop, in samenspraak met LTO Noord en gemeente Wijk bij Duurstede, besloten dat De Groote Maat openbaar verkocht zou worden. Aan de verkoop werden gunningscriteria gekoppeld zodat zowel maatschappelijke als provinciale doelen konden worden behaald. Dit bleek in de praktijk echter niet haalbaar.

Ingewikkelde constructie

Het koppelen van doelen aan de verkoop van grond en opstallen bleek een erg ingewikkelde constructie. Het bracht de nodige risico’s met zich mee op het gebied van aanbesteding, gelijkberechtiging en ongeoorloofde staatssteun, stelt de provincie.

Gedeputeerde Sterk heeft contact gehad met de verschillende partijen met interesse voor aankoop. 'Ik kan me voorstellen dat het voor hen teleurstellend is dat de boerderij en de grond niet in de verkoop gaan. Maar als we naar het grotere geheel en de toekomst van dit gebied kijken, ben ik ervan overtuigd dat dit de beste stap is en dat het perspectief biedt voor de vele gebiedspartners.'