Peter van de Pas: 'Limburg is uitgegroeid tot paardenhotspot'

De opmars van de paardensector in Limburg begon ruim twintig jaar geleden, weet Peter van de Pas uit Kessel. Naast zijn pluimveebedrijf runt hij een pensionstal voor paarden. Ook is hij bestuurslid van stichting Limburg Paardensport.

'Nederlandse ruiters waren destijds succesvol in de paardensport. Zij sleepten veel internationale prijzen in de wacht. Deze successen deden de vraag naar Nederlandse paarden toenemen. Dit gaf zowel de paardensport als de paardenhouderij een enorme impuls, vooral in Limburg', weet Van de Pas.

Sneeuwbaleffect

Dat Limburg zo profiteerde van deze ontwikkeling, kwam volgens Van de Pas mede door het feit dat hier al enkele vooraanstaande handelsstallen waren gevestigd. 'Dit heeft een sneeuwbaleffect in gang gezet. Inmiddels is Limburg uitgegroeid tot een heuse internationale paardenhotspot. Onze provincie telt nu 1.200 paardenbedrijven en biedt plek aan 35.000 paarden.'

Sanne de Heij, projectleider paardenhouderij bij de LLTB, benadrukt dat Limburg een uitermate aantrekkelijk klimaat voor de paardenbranche kent. 'Er zijn veel gerenommeerde hippische accommodaties, waar de top van de wereldwijde paardensector samenkomt. Een pluspunt is daarnaast dat Limburg goede infrastructurele voorzieningen heeft. Ook de ligging nabij België en Duitsland is een pre.'

Onderscheid

Volgens De Heij is het belangrijk om onderscheid te maken tussen de paardensport en de paardenhouderij. 'De paardensport richt zich echt op het sportgebeuren: spring- en dressuurwedstrijden en de organisatie hieromheen', licht zij toe.

'De paardenhouderij faciliteert in feite de paardensport in Limburg. Hierbij gaat het echt om het houden van paarden. Denk aan fokkerijen, pensionstallen en maneges. De LLTB focust in zijn belangenbehartiging op de paardenhouderij.'

Focus op opfok

Henk Ebbers uit Ottersum startte in 2003 zijn eigen bedrijf in de paardenbranche: Ebbers Excellence in Horses. 'Mijn ouders hadden vroeger een rundvee- en varkensbedrijf, maar dit bood weinig toekomst', zegt hij. 'Twintig jaar geleden signaleerde ik dat er veel vraag was naar opfokplekken voor veulens en besloot me hierop toe te leggen.'

Bij Ebbers worden nu jaarlijks 130 veulens opgefokt voor de sport. Daarnaast fokt hij met dressuurpaarden en -pony's en handelt hij in dressuurpony's. Wat betreft de opfoktak – de belangrijkste pijler van het bedrijf – heeft de ondernemer een vaste klantenkring opgebouwd. Het gaat dan om partijen uit de paardensport, afkomstig uit zowel binnen- als buitenland.

'Steeds meer sportruiters kopen geen 'kant-en-klare' paarden meer aan, maar besluiten de fokkerij in eigen hand te nemen. De opfok besteden ze dan wel uit, wat betekent dat veulens die een paar maanden oud zijn, bij ons op het bedrijf komen te staan. Ze blijven een paar jaar, totdat duidelijk is of ze voldoende potentie hebben als sportpaard', legt Ebbers uit.

Aandachtspunten

Het opfokken van veulens voor de sport kent diverse aandachtspunten. Zo is het belangrijk dat de dieren in groepen lopen, zodat ze goed socialiseren. 'Dan zijn ze makkelijker af te richten en te berijden', zegt de ondernemer.

'Daarnaast zijn goed ruw- en krachtvoer belangrijk, moeten de dieren worden geënt tegen influenza, tetanus en droes en moet je zorgen voor wormvrije weides. Een- en tweejarige paarden zijn namelijk gevoelig voor wormbesmettingen.'

Potentie voor veehouders

Volgens Ebbers is er nog steeds veel vraag naar plekken voor de opfok van veulens, net zoals naar plaatsen voor fok- en draagmerries. 'Dit kan kansen bieden voor ondernemers in andere agrarische sectoren. Denk bijvoorbeeld aan veehouders, die zich oriënteren op een nieuwe toekomst.'

De Heij bevestigt dat de paardensector potentie heeft voor veehouders die een andere koers moeten of willen gaan varen. 'Wanneer je als melkveehouder bijvoorbeeld de stikstofnormen op een locatie overschrijdt, kan het zijn dat je met paarden wel binnen deze normen blijft.'