Jonge zeugen in Verenigde Staten hebben groot aandeel in uitval

Deze doorlichting van die managementsystemen gebeurde door Ron Ketchem en Mark Rix, analisten van respectievelijk 30 & Up Consulting en MetaFarms. Zij publiceerden de cijfers op de website van National Hog Farmer. De dataset van SMS omvat 282 bedrijven met in zo'n 30.000 niet gedekte gelten en ruim 570.000 zeugen.

Ze produceren per gedekte zeug 28,41 biggen per zeug per jaar. De uitval bij de zeugen is 10,72 procent. Gemiddeld word 46,13 procent van de zeugen vervangen per jaar. Van dit aantal is ruim een derde zeugen van pariteit 0 (gelten) tot 2. Daarbij staat 0 voor gelten en dan de eerste- en tweedeworps zeugen, in totaal drie leeftijden.

Van de uitval van 10,72 procent bij de zeugen blijkt 50 procent voor rekening te komen van de jonge zeugen. Tel je die beide getallen op dan haalt 80 procent van de zeugen de derde worp niet, stellen de analisten. Omdat zeugen van de derde tot vijfde worp de meeste biggen werpen is dat funest voor de resultaten. Daar mag dan ook aan gewerkt worden vinden ze.

Vastlegging reden kan beter

De data over uitval zijn nader geanalyseerd. Waarbij onderscheid is gemaakt in slacht, gestorven en euthanasie. Hiertoe gebruiken de analisten de data van ruim 1,5 miljoen zeugen uit het MetaFarms programma. Waarbij ze opmerken dat het vastleggen van de reden van uitval of euthanasie nog wel beter kan.

Er zijn zes categorieën gemaakt: gezondheidsproblemen, vruchtbaarheid, productieresultaten, beenwerk, voedings- en darmgezondheidsproblemen en als laatste de categorie anders: zoals bijvoorbeeld verwondingen, management of onduidelijke dan wel missende redenen.

Vruchtbaarheid reden voor afvoer

Bij afvoer voor de slacht is vruchtbaarheid de belangrijkste oorzaak voor de worpnummers: 0 tot en met 2. De productieresultaten zijn in het begin niet heel belangrijk, maar worden dat logischerwijze wel bij de oudere zeugen. Bij 25 procent van de jonge zeugen valt de afvoer in categorie anders, dus is niet duidelijk waarom ze zijn geslacht. Beenwerk, gezondheid of voeding gerelateerde problemen zijn samen maar voor 7 procent verantwoordelijk voor de afvoer van jonge zeugen.

Bij de gestorven zeugen vormen gezondheidsproblemen met bijna 37 procent de belangrijkste oorzaak bij de jonge zeugen, maar ook hier is de categorie anders met zo'n 25 procent groot. Vruchtbaarheidsproblemen zijn bij jonge zeugen voor 16,5 procent verantwoordelijk voor sterfgevallen. Samen zijn de jonge zeugen voor 50 procent de oorzaak van sterfte.

Euthanasie door beenwerk

Beenwerkproblemen met ruim 44 procent de belangrijkste reden van euthanasie van zeugen. Ruim de helft hiervan komt voor rekening van de zeugen met worpnummer 0 tot en met 2. De tweede belangrijkste reden voor euthanasie is vruchtbaarheid met ruim 25 procent en de derde zijn gezondheidsproblemen met 12,5 procent.

De analisten concluderen op basis van de analyse dat er kennelijk meer aandacht nodig blijkt voor de opfok en voeding van de jonge zeugen om vroegtijdige uitval te voorkomen. Dat betekent dat die zeugen extra aandacht behoeven van het management en de medewerkers.