LTO Melkveehouderij doet geen aanvraag voor uitstel bemestingsperiode

Jos Verstraten, portefeuillehouder Mest en Mineralen van de LTO-vakgroep Melkveehouderij, signaleert dat het de laatste weken vrij stil is gebleven rond uitstel, terwijl hij wel input had verwacht.

'We hebben in de regio's gepeild bij de informatielijnen, slechts enkele ondernemers hebben gemeld dat zij hun mest niet konden plaatsen of problemen voorzagen met herinzaai vanwege de harde grond. Ongeveer twintig', aldus Verstraten.

De LTO-bestuurder denkt dat er ook weinig signalen kwamen, omdat er bij eerdere aanvragen van uitstel wisselende resultaten werden behaald. Het is inmiddels het vierde droge jaar in vijf jaar tijd en daarmee is het ook geen incident. 'Discussie rondom aanvragen van uitstel in de laatste week van augustus is een jaarlijks ritueel geworden. Vaak wordt geen uitstel toegekend of enkel onder ontmoedigende aanvullende voorwaarden.'

Afgezien van of een aanvraag wordt goedgekeurd, vraagt het bestuurslid zich af of het verlengen van de uitrijperiode met een week of twee veel nut heeft. 'Vooralsnog lijkt ook begin september onvoldoende regen te vallen om een einde te maken aan de droogte.'

Verstraten weet dat er boeren zijn waar nog mest in de kelder zit, die formeel moet worden uitgereden. 'Als je kijkt naar de goede landbouwpraktijk, heeft mest in gebieden waar het te droog is voor het gewas weinig meerwaarde. Vaak is er al genoeg bemest, zodat bij regen alsnog nalevering komt van stikstof om het gras te laten groeien.' Milieukundig gezien is het dus beter om de mest te bewaren. Maar de mestwetgeving geeft niet de mogelijkheid onbenutte gebruiksruimte over te hevelen naar een volgend seizoen.

Verdunnen met water

De LTO-bestuurder raadt ondernemers die toch nog dit jaar mest willen uitrijden aan om dit zo mogelijk verdund met water te doen. 'Dan neemt de bodem de stikstof makkelijker op en beschadigt de zode minder', stelt hij.

'Dat op bouwland wel tot 15 september mest mag worden uitgereden is veel melkveehouders een doorn in het oog. Het is ook niet verstandig onder deze omstandigheden', vervolgt Verstraten. 'Maar het kan soms ook een praktische oplossing bieden. Zeker in het licht van de discussie over het voortbestaan van de derogatie.'