Britse varkensstapel krimpt in rap tempo

De Britse vleesindustrie kampt met een aanzienlijk tekort aan het in eigen land geproduceerde varkensvlees. Verontrustend is dat de recentste cijfers van de AHDB aantonen dat de varkensstapel verder daalt. Tegen de herfst zou het aanbod aan vleesvarkens zo’n 250.000 dieren per maand zijn teruggelopen in vergelijking met een jaar geleden.

Ondanks de gestegen prijzen voor varkens hebben varkenshouders flinke verliezen geleden door de extreem hoge voerkosten. Ze zijn daarom minder dieren gaan houden of hebben hun bedrijf gestaakt.

Zeugenstapel op dieptepunt

De AHDB voorspelt voor 2022 een daling van de nationale varkensproductie van 6 procent. In 2023 komt er nog een daling bij van 9 procent doordat de zeugenstapel dit jaar op een dieptepunt zal belanden. Ten opzichte van december 2020 en december 2022 zijn er zo'n 65.000 zeugen minder (respectievelijk 415.000 en 350.000 zeugen).

Uit een representatieve steekproef onder varkensbedrijven door Agrovision blijkt dat er tussen juni 2021 en juni van dit jaar 40 van de 239 varkensbedrijven zijn gestopt. Dat is een afname van 17 procent. Het aantal zeugen daalde in dezelfde periode met 15 procent (27.000 zeugen minder in deze steekproef).

Minder geïnsemineerde gelten

Zorgelijk is de snellere teruggang van het aantal geïnsemineerde gelten met 21 procent. Dit wijst erop dat de krimp van het aantal zeugen richting het einde van dit jaar mogelijk nog hoger uitvalt, meldt PigWorld.

De versnelde krimp van de zeugenstapel zorgt voor een dalend aanbod van vleesvarkens, terwijl het Verenigd Koninkrijk lang niet zelfvoorzienend is voor varkensvlees (in 2020 voor bijna 60 procent). Hierdoor neemt de importbehoefte toe.

Het geringere aanbod van vleesvarkens gaat ook zijn stempel drukken op de kansen voor slachterijen. Er zal nog meer strijd om de varkens ontstaan, maar ook zal het aantal leegstaande slachthaken oplopen. Het geslagen gat in de varkensproductie gaat grote gevolgen hebben voor de Britse varkensvleesproductieketen.