Overijssel naar rechter over beweiden, bemesten en staleisen

Overijssel voelt zich als overheid mede-verantwoordelijk voor de situatie waarin PAS-melders buiten hun schuld zijn beland na de PAS-uitspraak in 2019. Maar hoger beroep tegen de uitspraak over zeven PAS-melders is niet zinvol, omdat de kans op een andere uitspraak nihil wordt geacht.

'Dat ondernemers die te goeder trouw hebben gehandeld, de dupe worden van falende landelijke wetgeving is heel erg wrang. Tegelijkertijd kunnen wij als provincie de wet niet veranderen en zijn de rechterlijke uitspraken glashelder. Daarom gaan we nu kijken of voor alle bedrijven een passende oplossing kan worden gevonden', zegt gedeputeerde Tijs de Bree. Provincie Overijssel stelt zich verantwoordelijk te voelen voor de situatie waarin de Overijsselse PAS-melders zitten en heeft daarom zo'n 25 miljoen euro voor een regeling uitgetrokken.

Hoger beroep

Tegen de uitspraken over emissiearme stallen gaat Overijssel wel in hoger beroep. De provincie stelt dat over de feitelijke emissies van deze stallen onduidelijkheid bestaat en metingen worden betwist. Omdat over deze zogeheten 'RAV-factoren' voor emissiearme stallen al een hoger beroep van provincie Utrecht bij de Raad van State loopt, wacht de provincie ook het verloop van deze procedure af.

De uitspraak van de Raad van State kan van belang zijn voor Overijssel als het gaat om vergunningverlening en handhaving. Daarna kan opnieuw worden beslist over de vergunningaanvraag. Overijssel tekent ook beroep aan tegen de uitspraken met betrekking tot beweiden en bemesten.

Minder emissie

Voor beweiden geldt dat een koe in de wei minder emissie geeft dan een koe in de stal. De provincie vindt dat voor beweiden en bemesten geen vergunning is vereist als sprake is van 'voortgezet gebruik', voor het moment dat Natura 2000-gebieden werden aangewezen.

Bijkomende reden voor het hoger beroep is het feit dat in de Utrechtse zaken bij de Raad van State ook beweiden en bemesten aan de orde is. Om de betreffende bedrijven in de tussentijd niet in de problemen te brengen, vragen Gedeputeerde Staten gelijktijdig om een 'voorlopige voorziening'.