Hoogleraar: aandacht genetica verschuift van productie naar welzijn

Rodenburg zei dat dinsdag tijdens de bijeenkomst Positief welzijn in de praktijk in het Gelderse Bennekom, georganiseerd door Agrivaknet, Dierenbescherming en WUR. In de huisvesting en bij boeren zelf is er de laatste jaren steeds meer aandacht voor dierenwelzijn, voor natuurlijk gedrag en de emotionele toestand van dieren. 'Voor het besef dat dieren voelende wezens zijn', verwoordt de hoogleraar het.

Hij ziet dat in de fokkerij het accent vooral nog lag op het verhogen van productie. Er vindt nu een omslag plaats dat er beter gekeken wordt naar de huisvesting en dat daarbij de vraag wordt gesteld: welk soort dier past daarbij? Bij vleeskuikens is volgens de hoogleraar nu al een stap teruggedaan in productie. 'Vleeskuikens krijgen nu meer tijd om te groeien, wat het dierenwelzijn vergroot.'

Verdienmodel

De Utrechtse hoogleraar benadrukt het belang van een integrale aanpak. Naast dierenwelzijn verandert de veehouderij namelijk ook door stikstof- en klimaatmaatregelen. Het is volgens hem niet handig als je voor bijvoorbeeld dierenwelzijn iets goeds doet, maar dat dit negatieve effecten heeft op bijvoorbeeld de uitstoot van emissies.

Daarnaast hoort volgens Rodenburg bij een integrale aanpak ook heel nadrukkelijk de economische component. Dat zou volgens hem onderdeel moeten zijn van de integrale aanpak. 'Zonder verdienmodel kan de veehouder het niet realiseren.'

In de melkveehouderij ziet hij onderwerpen op het gebied van dierenwelzijn die blijven spelen. Hij verwacht dat de komende jaren het debat over 'kalf bij de koe' doorgaat. Hij verwacht ook meer debat over de traditionele loopstal, waar volgens hem meer alternatieven voor zullen komen. Met vloeren die meer ligcomfort geven, zoals zandvloeren.

Nederland loopt voorop

Pluimveedierenarts Vera Bavinck komt veel in het buitenland en ziet dat Nederland ver vooruitloopt op het gebied van dierenwelzijn. 'Ik was onlangs in Sierra Leone. In grote delen van de wereld gaat voedselzekerheid voor dierenwelzijn. Voor ons zou dat een extra motivatie moeten zijn om hiermee aan de slag te gaan.'

Ze ziet tegelijkertijd ook wel eens een verkeerde focus op het gebied van dierenwelzijn. Voor het Beter Leven-keurmerk gelden bijvoorbeeld de vierkante meters van een vrije uitloop. 'Het gevoel van veiligheid is echter veel belangrijker voor kippen.'

Aan de inrichting van een vrije uitloop zou volgens haar meer aandacht besteed mogen worden. Ze ziet vaak vrije uitlopen met weinig beschutting, zonder bossages en bomen. Die zijn juist erg belangrijk. 'Liever een kleine uitloop die goed is ingericht dan een grote met geen enkele beschutting. De meest spannende stap voor een kip is de stap vanuit de stal naar buiten.'

Stierkalven

Een van de andere sprekers was melkvee- en varkenshouder Suzanne Ruesink uit het Gelderse Aalten. Met name in de melkveehouderijtak van haar bedrijf heeft ze behoorlijk wat stappen gezet in dierenwelzijn en produceert ze melk volgens het Beter Leven-concept voor Farmel. Ook worden stierkalven op het bedrijf aangehouden en verwaard in een restaurant dat ze overnam.

Voor de varkenshouderij zou ze graag investeren in een ander stalconcept. Daarbij loopt ze vast op de financiering via de bank, die vindt dat de stallen nog lang niet zijn afgeschreven. De financiering van meer dierenwelzijn is voor de agrarische sector volgens Ruesink een probleem. 'Boeren willen wel, maar we moeten het wel met z'n allen doen. We moeten het met z'n allen dragen en uitdragen.'