Veehouder Herman Keurhorst: 'Draag zorg voor veilig voedsel uit'

'Zo netjes als bij Herman op 't erf', het blijkt een uitspraak die Herman Keurhorst (45) nogal eens hoort. Hij is er gepast trots op, maar stelt dat hij er ook keihard zijn best voor doet om het bedrijf in Beemte Broekland er tiptop bij te hebben liggen. Dat doet hij overigens niet helemaal alleen. Zijn vrouw Wilma en hun kinderen springen bij als dat nodig is en op piekmomenten is er extra hulp.

Toch is het met een bedrijf van 30.000 legmoederdieren en 1.250 blanke vleeskalveren aanpoten. 'Ik werk heel gestructureerd en kan goed plannen, dat scheelt. 's Morgens en 's avonds doe ik de kalveren, daartussendoor de kippen.'

Veel is geautomatiseerd. De melk voor de kalveren werd al automatisch gevoerd en sinds afgelopen jaar heeft de Gelderse kalverhouder ook een automatisch ruwvoersysteem. Het ruwvoer wordt in de ruwvoerkeuken in een naastgelegen loods gemengd met brok en via buizen met een kettingsysteem naar de stal getransporteerd. Daar valt de ruwvoermix vanuit de valbuizen in de voertrog.

'Het was vrij gemakkelijk te realiseren in onze stal, al vergde het wel een behoorlijke investering. De grootste winst is het arbeidsgemak. Het scheelt me wel 1,5 uur per dag. Ook hebben de kalveren op deze manier altijd vers voer en geeft het minder stof dan voorheen, toen ik met de zelfrijdende voerkar voerde. Het is dus ook beter voor de gezondheid.' Hoewel het qua resultaten niet echt veel verschil maakt, loont de investering dus zeker.

Het familiebedrijf, dat niet zo heel ver van de A50 ligt, was net na de oorlog een gemengd bedrijf met een paar koeien, varkens, kippen en paarden. Opa Keurhorst heeft de kippentak uitgebreid. 'Mijn vader heeft op zijn beurt weer een en ander uitgebouwd. In de jaren negentig maakten de melkkoeien plaats voor vleeskalveren', vertelt Keurhorst.

Leuke partners

Vanaf 1997 bestond het bedrijf uit een vleeskalver- en leghennentak. In 2012 werd een nieuwe pluimveestal gebouwd en maakten de leghennen plaats voor legmoederdieren. Keurhorst: 'Die houden we op contractbasis, net als de vleeskalveren. Dat kon in die tijd eigenlijk niet anders, omdat we flink moesten investeren in de nieuwe stal. Toch ben ik er nog altijd blij mee, het heeft me leuke partners opgeleverd waar ik prettig mee werk.'

Ook over VanDrie, de kalverintegratie waar Keurhorst bij is aangesloten, heeft hij niets dan goeds te zeggen: 'We zijn allemaal onderdeel van de keten, het is een uitdaging voor alle partners om het goed te doen.' De veehouder ziet zich nu veel meer als gesprekspartner dan pakweg tien jaar geleden. 'Die positie moet je verdienen, maar dan kun je er samen voor zorgen dat de sector goed de toekomst ingaat.'

Die andere kijk op zaken deed Herman Keurhorst naar eigen zeggen op door zijn bestuurswerk. Hij was elf jaar actief als lid van LTO Vleeskalverhouderij. Ook zat hij in de technische commissie van Stichting Kwaliteitsgarantie Vleeskalversector en is hij lid van de Brancheorganisatie Kalversector.

'Ik vind het jammer dat ik met het bestuurswerk moest stoppen, maar de termijn zat erop. Ik vond het heel leuk om te doen en zeer interessant om te zien wat er gebeurt in de keten. En het is helemaal mooi als je ook nog wat invloed kunt uitoefenen', zegt Keurhorst nuchter.

In de jaren als bestuurder zag de veehouder steeds meer regels op de kalverhouderij afkomen. De verbinding tussen keten en kalverhouder werd daardoor steeds belangrijker. 'Je ziet ook dat de afstand tussen Den Haag en het boerenerf wel erg groot is geworden. Soms zelfs onoverbrugbaar.'

Gepaste trots

Om die kloof te dichten moeten ondernemers ook in de spiegel kijken, vindt Keurhorst. 'We moeten bedenken wat we zelf kunnen doen om met gepaste trots te laten zien dat wij elke dag zorgen voor een stukje gegarandeerd veilig voedsel. Zo nodig ik regelmatig ambtenaren en andere mensen uit om een kijkje te nemen op het bedrijf. Natuurlijk kunnen er altijd dingen beter, maar verandering heeft tijd nodig. Het zou daarbij wel erg schelen als er bestendig beleid komt vanuit de overheid. Dan kunnen we verder innoveren en verduurzamen.'

De vleeskalverhouderij heeft in de ogen van Keurhorst volop bestaansrecht. 'Wij maken gezond voedsel van de reststroom van de melkveehouderij. Als beste van de wereld, qua dierenwelzijn en ecologische voetafdruk.'

Keurhorst wil op zijn eigen bedrijf in de nabije toekomst ook nog stappen maken. 'Er liggen plannen om de kalverstallen te vervangen. Ik ben heel benieuwd of we, bij de emissiearme bouw, het antibioticagebruik nog verder kunnen doen dalen.'