Riemens: 'Ontwikkeling integrale gewasbescherming moet sneller'

Voor de open teelt zijn steeds minder chemische gewasbeschermingsmiddelen beschikbaar. Regelmatig oordelen de Europese autoriteit voor voedselveiligheid Efsa en het Nederlandse College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) dat stoffen in gewasbeschermingsmiddelen te veel schade kunnen veroorzaken in het milieu.

De Europese Commissie wil het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in 2030 hebben gehalveerd. Ook in Nederland zijn doelen gesteld om de landbouw te verduurzamen en minder afhankelijk te maken van chemische middelen. Riemens stelt dat voor telers met open teelten nog onvoldoende alternatieven beschikbaar zijn.

Vijf pijlers

Geïntegreerde gewasbescherming rust op vijf pijlers. Ten eerste gewasdiversificatie, waarbij combinaties van gewassen plagen onderdrukken. Ten tweede robuuste rassen die beter bestand zijn tegen ziekten en plagen. Daarnaast vergt de aanpak een duurzaam bodembeheer en een goede monitoring van ziekten. Ook moet het mogelijk zijn om een gerichte bestrijding met laagrisicomiddelen uit te voeren.

De totstandkoming van robuuste rassen vergt zeker tien jaar, stelt Riemens. Inzet van natuurlijke bestrijders in open teelten is ook veel lastiger dan in een kas. Versneld overschakelen naar biologische landbouw noemt de onderzoekers een mogelijkheid, maar daarbij kan de productie in Nederland met 25 procent naar beneden gaan. Riemens: 'Dat betekent dat meer areaal nodig is voor een gelijk productieniveau.'

Bovendien heeft ook de biologische landbouw middelen en maatregelen nodig om gewassen te kunnen beschermen, stelt de onderzoeker.