Trendonderzoek: boer wil investeren ondanks zorg over toekomst
Een grote meerderheid van boeren en tuinders is van plan dit jaar te investeren in hun bedrijf; een teken dat ze vooruit willen, zeggen specialisten. Tegelijkertijd maken veel boeren en tuinders zich zorgen over de toekomst van hun bedrijf. Dat heeft vooral te maken met tegenvallende inkomsten en al maar toenemende kosten.
Van alle respondenten geeft 62,2 procent aan dit jaar te willen investeren in de onderneming. Een nieuwe stal, schuur of erfverharding staan bovenaan de lijst met investeringsdoelen, gevolgd door energieopwekking en mechanisatie. Andere investeringsdoelen die relatief vaak worden genoemd zijn stalinrichting/melkrobot, schaalvergroting/uitbreiding en grondaankoop voor extensivering.
Marijn Dekkers, sectorspecialist melkveehouderij bij Rabobank, vindt de hoge investeringsbereidheid 'passen bij het ondernemerschap van de sector'. 'In het algemeen willen ondernemers vooruit. Ze willen hun bedrijf bij de tijd houden en verduurzamen. Het is goed dat er ambitie is om te investeren. Dat betekent dat ze zin in de toekomst hebben. Dat vind ik mooi om te zien.'
'Best veel'
Steven van Westreenen, bedrijfsadviseur bij het kantoor dat zijn naam draagt, ziet in de cijfers terug wat hij in gesprekken met zijn klanten hoort. 'Dat ruim 62 procent wil investeren, is best veel. Maar aan de andere kant hoeven investeringen in stallen, schuren, erfverharding of mechanisatie niet de zwaarste investeringen te betekenen. Het zal vaak gaan om vervanging van afgeschreven middelen. En de ontwikkeling van techniek gaat door.'
De stikstofkwestie hangt als een deken boven agrarische sector
Anders wordt dat volgens Van Westreenen bij investeringen in grond. 'Dat is lastig op dit moment. Mensen blijven op hun grond zitten. Er zit een transitie aan te komen. Er is belangstelling voor grond voor woningbouw en projectontwikkelaars kopen ook grond. Er is een honger naar grond.'
Energieopwekking
Energieopwekking is na het erf en gebouwen het meestgenoemde investeringsdoel. Van Westreenen vindt ook deze ontwikkeling herkenbaar. 'Naast zonne-energie is de vraag naar kleine windmolens booming. Er zijn gemeenten, zoals Ede, die het bestemmingsplan hebben aangepast om dit mogelijk te maken', zegt hij.
'Enerzijds ontstaat zo een neventak en anderzijds is deze energie bedoeld voor eigen gebruik. De kosten van energie nemen steeds verder toe. Ondernemers zoeken naar oplossingen om het energieverbruik te verminderen. Onder druk van de milieuwetgeving moeten ondernemers plannen opstellen om het energieverbruik te verkleinen. Deze ontwikkeling sluit daarbij aan', analyseert bedrijfsadviseur Van Westreenen.
Bewustwording vergroot
Dekkers herkent zich in deze ontwikkeling. 'De stijging van de energieprijzen heeft de bewustwording op dit vlak vergroot. Investeren in energieopwekking is een overzichtelijke stap om het verdienmodel te verbreden en het bedrijf tegelijk te verduurzamen.' De specialist van de Rabobank plaatst dit in een bredere context. 'Ondernemers maken zich zorgen over de kosten. Zeker in de agrarische sector, waar de marges klein zijn, bestaat de zorg dat die kosten niet worden terugverdiend. Ondernemers kijken naar de bedrijfsopzet om minder afhankelijk te worden van de grillen van de markt. Dat betekent dat ze in concepten stappen die minder prijsfluctuatie met zich meebrengen of ze verbreden hun activiteiten.'
Het valt de vakspecialisten ook op dat robotisering en smartfarming niet vaak in de plannen voorkomen. Dekkers: 'Ik had verwacht dat dat hoger zou scoren. Beschikken over voldoende arbeidskrachten is een punt in sommige sectoren. En met bijvoorbeeld precisiebemesting kunnen veel ondernemers nog stappen zetten. Misschien is dit moeilijk rond te rekenen en zijn ze daarom terughoudend.'
Investeringsklimaat
Of het tijdstip om te investeren nu optimaal is, kunnen zowel Van Westreenen als Dekkers niet volmondig met ja of nee beantwoorden. 'De rente is laag en dat is een voordeel', zegt Dekkers. 'Maar een investering moet in het bedrijfsplan passen. Dat is per bedrijf verschillend.'
Het optimale investeringsmoment hangt af van de fase waarin een ondernemer zit in zijn of haar ondernemersloopbaan, legt Dekkers uit. 'Dat momentum is belangrijk. Als je bijvoorbeeld 53 jaar bent en twee opvolgers hebt, dan is dit wel het moment om te investeren. En bij grote stappen is het ook goed om te kijken naar wat het regeerakkoord voor je in petto heeft. Daarnaast zijn grondaankopen en fosfaatrechten altijd duur.'
Van Westreenen vindt ook dat dit moment sterk afhangt van de situatie van de ondernemer. 'De blijvers blijven investeren. Als ze willen doorgaan met hun bedrijf, dan moeten ze dat doen.'
Financieringsmogelijkheden
Over de mogelijkheden om hun bedrijf te financieren is 76,5 procent tevreden. De overige 23,5 procent is dat niet. Een klein deel van de respondenten geeft ook aan dat het gebrek aan financieringsmogelijkheden de reden is dat zij niet kunnen investeren. Uit de aanvullende verklaring geven respondenten aan dat de bank 'moeilijk doet'.
Dekkers leidt uit de cijfers af dat de toegang tot vreemd kapitaal als positief wordt beoordeeld en zou bij de situatie bij de criticasters individueel moeten beoordelen om er iets over te kunnen zeggen.
Kritisch op investeringen
Ook Van Westreenen proeft de kritiek niet bij zijn klanten. 'Banken zijn gewoon open om zaken te doen. En ja, ze zijn kritisch op investeringen en kijken hoe een bedrijf ervoor staat. Maar er worden echt wel plannen gefinancierd. Daarbij is het rendement leidend en niet de waarde van de grond.'
Tegelijkertijd ziet de bedrijfsadviseur ook zorgen bij financiers. 'De stikstofkwestie hangt als een deken boven agrarische sector. Wil je als bank investeren in een onderneming die dicht bij een Natura 2000-gebied zit?' Ook wijst hij op knelgevallen, zoals de PAS-melders (die een melding deden in het kader van het Programma Aanpak Stikstof, red.) die moeten herfinancieren in afwachting van een definitieve vergunning.
Stilstand
Dat 37,8 procent van de ondernemers dit jaar geen investeringsplannen heeft, zegt Van Westreenen en Dekkers niet zoveel zonder toelichting van de ondernemer. 'Als het ondernemers zonder opvolgers zijn, dan is de noodzaak om te investeren niet zo hoog meer', denkt Westreenen.
Dekkers denkt ook dat 'niet investeren' op korte termijn geen probleem hoeft te zijn. 'Dan kan optimaliseren van het bedrijf ook goed zijn. Daar valt vaak nog veel voordeel te behalen. Op lange termijn is stilstand achteruitgang. Het rendement gaat achteruit.'
Onrust over beleid
Een deel van de ondernemers, 19,5 procent, geeft aan het landbouwbeleid te onzeker te vinden om investeringen te doen. 'Dat percentage valt me nog mee, gezien de onrust over het nieuwe Europese landbouwbeleid', zegt Westreenen.
Investeren 'goed teken'
'Het is een goed teken dat zoveel boeren en tuinders willen investeren. Door het bedrijf te moderniseren, maken zij het klaar voor de toekomst', zegt Sjaak van der Tak, voorzitter van LTO Nederland in een reactie op het onderzoek. 'Hiermee kunnen agrarische ondernemers werken aan een beter verdienmodel. Ook kunnen zij een duurzame bijdrage leveren aan de maatschappelijke opgaven, zoals de klimaatdoelen.' Tegelijkertijd herkent Van der Tak de zorgen die bij veel gezinnen leven over het voortbestaan van het bedrijf. 'Met stijgende kosten en tegenvallende opbrengsten valt er geen goede boterham te verdienen. LTO zet daarom vol in op het verbeteren van het verdienvermogen. Bijvoorbeeld door te werken aan toekomstgerichte ketens.'Nieuwe Oogst Trendonderzoek toont brede afspiegeling
Het Nieuwe Oogst Trendonderzoek is bedoeld om de plannen en -verwachtingen van boeren en tuinders vast te leggen. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om de toekomstige investeringen, maar ook om de kansen en bedreigen voor de sector. De achterliggende gedachte daarbij is dat in de politiek veel wordt gesproken over de toekomst van de land- en tuinbouw. Daarbij komt zelden de concrete uitwerking op het erf van de ondernemers aan bod.Het onderzoek is gebaseerd op een enquête onder boeren en tuinders in Nederland. De resultaten zijn gebaseerd op de antwoorden van 1.573 respondenten. De deelnemers zijn werkzaam in alle agrarische sectoren, met een zware vertegenwoordiging van de melkveehouderij (709 respondenten), gevolgd door akkerbouw (174), glastuinbouw (101) en varkenshouderij (101). Het onderzoek is landelijk uitgevoerd, maar kent de meeste reacties uit Gelderland, Overijssel en Noord-Brabant. 87 procent van de respondenten is man, 11,7 procent is vrouw. De rest (1,3 procent) heeft het geslacht niet kenbaar gemaakt.Lees ook
Marktprijzen
Meer marktprijzen
Laatste nieuws
Nieuwste video's
Kennispartners
Meest gelezen
Nieuw op MechanisatieMarkt.nl
-
John Deere Tractor 6195M (HA) #27565
Gebruikt, P.O.A.
-
Massey Ferguson 5S.125 Dyna-4
2023, P.O.A.
-
John Deere Tractor, compact 1026R (LH) #24630
Gebruikt, € 24.890
-
Pottinger Novacat 301AM ED PRO
2023, P.O.A.
Vacatures
Projectmedewerker BoerenNetwerk - Zet je in voor natuurinclusieve landbouw!
Wij.land - Abcoude (De Ronde Venen)
Onderzoeksassistent maisteelt
Wageningen University & Research - Lelystad
Docent veehouderij
Landstede MBO - Raalte
Meewerkend bedrijfsleider (m/v) op een modern en ondernemend melkschapenbedrijf
ATT Agro - Den Burg, Texel
Bestuurslid met voorzitterskwaliteiten
Coöperatie Natuurrijk Limburg - NL
Weer
-
Vrijdag6° / 0°85 %
-
Zaterdag4° / 0°90 %
-
Zondag15° / 6°85 %