Hervormingen arbeidsmarkt raken agrarisch ondernemers

De coalitie investeert 500 miljoen euro per jaar in het hervormen van de arbeidsmarkt, re-integratie en het aanpakken van armoede en schulden. Daarnaast gaat 300 miljoen euro naar lastenverlichting voor het mkb via loondoorbetaling bij ziekte.

Volgens het coalitieakkoord zijn in Nederland te veel mensen afhankelijk van tijdelijke contracten. Dat zorgt voor onzekerheid. In lijn met het SER MLT-advies worden oproep-, uitzend- en tijdelijke arbeidscontracten beter gereguleerd. Om de interne flexibiliteit en wendbaarheid van bedrijven te vergroten, wordt in overleg met de sociale partners een budgettair neutrale deeltijd-WW uitgewerkt.

Werken moet lonen

Werken moet lonen, stellen VVD, D66, CDA en ChristenUnie in het coalitieakkoord. De vier partijen willen ook de armoedeval verkleinen. Een van de maatregelen is de invoering van een minimumuurloon op basis van de 36-urige werkweek.

Hiermee komt het nieuwe kabinet tegemoet aan wensen van PvdA en GroenLinks. Het minimumloon gaat bovendien stapsgewijs met 7,5 procent omhoog. De koppeling met de uitkeringen blijft daarbij in stand om het bestaansminimum te verstevigen.

Positie zzp'ers

De positie van zelfstandigen (zzp'ers) wordt versterkt. Schijnzelfstandigheid gaat het nieuwe kabinet bestrijden. Er komt een webmodule waarmee zzp-ers vooraf zekerheid over de aard van een arbeidsrelatie kunnen krijgen. De zelfstandigenaftrek wordt vanaf 2023 met stappen van 650 euro teruggebracht tot 1.200 euro in 2030. Zelfstandigen worden gedurende de kabinetsperiode gecompenseerd via de verhoging van de arbeidskorting.

Er komt een arbeidsongeschiktheidsverzekering voor alle zelfstandige ondernemers, maar waarschijnlijk wordt de land- en tuinbouw uitgezonderd. In deze sector zijn namelijk alternatieven beschikbaar. In eerdere afspraken binnen de Sociaal Economische Raad zijn over deze positie afspraken gemaakt. In het coalitieakkoord wordt verwezen naar deze afspraken, zonder dat de land- en tuinbouw expliciet wordt genoemd.