'Nieuwe pottenkijker op het erf?'

Nederlandse boeren en tuinders zullen in eerste instantie niet zitten te wachten op de komst van een nieuwe pottenkijker op hun erf. De controledruk met bijbehorende administratieve lasten zijn al torenhoog. Nee, stellen de opstellers van het rapport, zo moet die nieuwe toezichthouder niet gaan werken.

De nieuwe agrarische autoriteit zou zo'n één keer per jaar de boer- of tuinderij controleren en certificeren. Boeren en tuinders die zich aan de normen houden, krijgen een basiscertificaat.

Agrarisch ondernemers die aantoonbaar bovenwettelijk produceren en meer dan een basiscertificaat verdienen, moeten hier ook voor worden beloond in het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouwbeleid en de keten. Maar andersom is ook mogelijk. Houden ze zich niet aan de normen, dan wordt hun 'license to produce' afgenomen.

Hebben de ondernemers nu met een blik aan controleurs en toezichthouders vanuit het Rijk, de provincie, de gemeente en het waterschap van doen? De nieuwe agrarische autoriteit moet hen gaan vervangen. Een toezichthouder zou een hoop papieren rompslomp kunnen besparen, plus alle kosten die daarmee gemoeid zijn.

Het is een interessante gedachte van de Rli om het toezicht op deze manier sterk te vereenvoudigen. Ook het idee van certificering met bijbehorende beloning voor de prestatie van ondernemers is niet verkeerd. Het kan bijdragen aan de verdere verduurzaming van de sector en de samenwerking in de keten bevorderen.

Maar dan moet het nieuwe systeem ook daadwerkelijk alle bestaande systemen vervangen en er niet nog eens bovenop komen. Gebeurt dat wel, dan worden boeren en tuinders enkel verder opgezadeld met een soort supercontroleur met alle extra kosten en administratiedruk erbij.