Boer spreekt liefst over 'toekomstbestendige landbouw'

Dat blijkt uit onderzoek dat het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft laten uitvoeren door marktonderzoeksbureau Marketresponse. Het ministerie zal de uitkomsten van dit onderzoek gebruiken om het departement te adviseren over het gebruik van termen rondom de transitie in de landbouw.

Ruim de helft van de boeren heeft (zeer) positieve associaties bij de term 'toekomstbestendige landbouw', slechts een vijfde negatieve. De term past goed bij belangrijke opgaven als zorg voor het milieu, het tegengaan van klimaatverandering en het behoud van natuur, vinden boeren. Daarnaast vinden ze dat deze term ook goed past bij begrippen als eerlijke prijs en waardering/goed voor boeren. Boeren hebben het idee dat met de term 'toekomstbestendige landbouw' ook hun belangen zijn geborgd en dat ze erbij worden betrokken.

Duurzame landbouw

Bij ketenpartijen en het publiek is de term 'duurzame landbouw' het populairst. Duurzame landbouw is volgens de onderzoekers iets concreter en zorgt daardoor bij het algemeen publiek en de ketenpartijen voor iets meer positieve associaties. Daarnaast past deze term voor deze doelgroepen beter bij de opgaven die er zijn.

Onder boeren is 'duurzame landbouw' na 'toekomstbestendige landbouw' het meest populair. Bijna 50 procent van de boeren heeft overwegend positieve associaties, een op de vijf heeft vooral negatieve associaties. De term wordt door boeren weinig geassocieerd met transitie, omdat ze vinden dat er nu al duurzaam wordt geproduceerd. Boeren vinden de term relatief goed passen bij begrippen als eerlijke prijs en goed voor boeren/waardering voor boeren. Ook de thema's bodemkwaliteit en minder gewasbescherming past volgens hen goed bij de term.

Biologische landbouw

Voor het algemeen publiek en de ketenpartijen roept de term 'biologische landbouw' overwegend positieve associaties op. Maar onder boeren bestaat er ook stevige weerstand tegen. Zij vinden de opgaven met betrekking tot klimaat, natuur, stikstof en duurzaamheid volgens de onderzoekers vaak niet realistisch en haalbaar. De transitie gaat ten koste van de levensvatbaarheid van de onderneming, de concurrentiekracht ten opzichte van het buitenland en de voedselzekerheid staat op het spel.

De onderzoekers constateren dat boeren soms het idee hebben dat hen het ondernemen onmogelijk wordt gemaakt door toenemende regeldruk en steeds wijzigend beleid. De boeren vinden daarnaast dat niet of onvoldoende wordt opgemerkt dat ze al heel veel doen aan zaken als klimaatbescherming, gesloten ketens en natuurbehoud. 'Deze gevoelens en overtuigingen zien we terug bij de beoordeling en bespreking van de diverse termen', concluderen de onderzoekers.