Innovatieve stikstofreductie kost overheid minder dan opkoopbeleid

De tijd die borging van vernieuwende stikstofwetgeving vergt en kostprijsverhoging door emissiereducerende stalinnovatie staan een snelle doorbraak in de weg. Maar het lijdt volgens verschillende partijen geen twijfel dat meer inzet op innovatie de overheid veel minder kost dan opkoopbeleid. Investeringssubsidie die in de maak is, verdient meer budget.

Innovatieve+stikstofreductie+kost+overheid+minder+dan+opkoopbeleid
© Tony Tati

Stikstof reduceren in de veehouderij door innovatieve technologie als die van melkrobotfabrikant Lely is minder kostbaar dan opkoop. Deze wereldwijd opererende onderneming claimt met haar stalsysteem Sphere de ammoniakemissiefactor per koe terug te brengen van 13 kilo per koe bij een standaard roostervloer naar 3 kilo.

Naar verwachting wordt nog dit jaar een officiële Regeling ammoniak en veehouderij (RAV)-emissiefactor gepubliceerd voor het systeem van Lely. Daarbij wordt de stallucht afgezogen, gefilterd en opgewaardeerd tot circulaire organische meststof.

Voor hetzelfde kostbare geld is veel meer stikstofreductie mogelijk, blijkt uit berekeningen van Lely. Ook Wageningen University & Research (WUR) onderkent dit, zegt Nico Verduin, LTO-portefeuillehouder Kennis & Innovatie. Ramingen van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) wijzen eveneens duidelijk in deze richting.

Ook de voedselzekerheid moet worden meegenomen

Nico Verduin, portefeuillehouder Kennis & Innovatie van LTO

In de PBL-cijfers heeft opkoop, inclusief grond, het meeste effect. Maar per kilo stikstofreductie scoren technologische oplossingen en managementmaatregelen veel beter. Verduin: 'Bovendien laat het PBL het belang van voedselzekerheid en de economische waarde buiten beschouwing, maar die moeten wel worden meegewogen.'

Het goede nieuws is dat er veel in de pijplijn zit. Zowel wat betreft technologische oplossingen als managementmaatregelen. Verduin is optimistisch over de ontwikkelingen in het bedrijfsleven. Om dat te illustreren, verwijst hij naar het project Groene Groeiers van VNO/NCW. De werkgeversorganisatie publiceerde vorig jaar december een lange lijst van 45 innovaties binnen en buiten de veehouderij.

Maar het PBL wijst er ook op dat de tijd dringt, omdat veel ontwikkelingen nog in de kinderschoenen staan. De RAV-procedure waarmee de mate van emissiereductie van innovaties wordt vastgesteld is kostbaar en tijdrovend.

Aangezien sensortechniek goedkoper wordt, groeit het draagvlak voor een snelle overgang naar het realtime monitoren van emissies. Daarmee wordt het mogelijk wet- en regelgeving van middelvoorschriften in doelvoorschriften te veranderen, zodat veehouders keuzevrijheid krijgen in de manier waarop ze stikstofreductie realiseren. Zowel in staltechniek als in managementmaatregelen.

Wetenschappelijke onderbouwing

Deze ontwikkeling wordt vanuit het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat met grote belangstelling gevolgd, zegt verantwoordelijk ambtenaar Henk Hoving. 'Maar we moeten eerlijk zijn over dat er nog veel stappen moeten worden gezet, waaronder een verantwoord stelsel van wet-en regelgeving. Deze wetgeving moet worden gemaakt met de juiste wetenschappelijke onderbouwing.'

• Bekijk wat er nog meer is verschenen over de stikstofaanpak

Met die onderbouwing is WUR al enkele jaren bezig. WUR-onderzoeker Nico Ogink ziet mogelijkheden door een recente wijziging in de Crisis- en herstelwet, zonder dat de RAV-procedure moet worden gevolgd. 'Er zijn goede sensoren voor ammoniak en kooldioxide. Borging en robuustheid van de sensoren kost nog enkele jaren. Toepassing in gesloten pluimvee- en varkensstallen kan sneller gaan.'

Toekomst veiligstellen

Nieuwe technologie die emissiereductie in een stroomversnelling brengt, maakt onderdeel uit van een totaalpakket waarmee de ketenpartijen in de zuivel de toekomst van de melkveehouderij willen veiligstellen. Maar managementmaatregelen op korte termijn vormen ook een belangrijk onderdeel van de aanpak die Coalitie Toekomstbestendige Melkveehouderij voorstaat. Keuzevrijheid voor veehouders in managementmaatregelen en stalaanpassingen is leidend.

Om kostenefficiënte, werkbare managementmaatregelen te stimuleren, lanceerde LTO in samenwerking met partijen als LNV het project integraalaanpakken.nl. En specifiek voor de melkveehouderij het 'Netwerk Praktijkbedrijven', waarin nieuwe kennis wordt gebundeld en gedeeld. Verduin: 'Er zijn zeker kansen als er voldoende praktijkrijpe maatregelen worden ontwikkeld die geen negatief effect hebben op rentabiliteit, diergezondheid, dierenwelzijn en biodiversiteit.'

Sbv-subsidie innovatief duurzame stallen

De Subsidiemodules brongerichte verduurzaming stal- en managementmaatregelen (Sbv) bestaan uit een innovatie- en een investeringsmodule. De innovatiemodule is voor onderzoek en ontwikkeling. De investeringsmodule subsidieert bewezen stalinnovatie. Vooralsnog betreft deze regeling alleen fijnstofaanpak in de pluimveehouderij. Maar in volgende rondes komen ook andere veehouderijsectoren aan bod. Het subsidiepercentage bedraagt minimaal 40 procent en maximaal 60 procent, afhankelijk van de leeftijd van de ondernemer en onderneming. De innovatiemodule van de Sbv-regeling is bezig aan een tweede termijn na een eerste ronde in 2020. Aanvragen worden beoordeeld op percentage emissievermindering, economische kansen, dierenwelzijn, brandveiligheid, internationale vernieuwing en weidegang. De innovatie moet meetbaar emissie aanpakken bij de bron en integraal zijn.

Klaas de Boer bij zijn ammoniakfilter.
Klaas de Boer bij zijn ammoniakfilter. © Klaas de Boer

Ammoniakfilter is niet subsidiabel

Ondanks erkenning als hoogwaardige innovatie door het VNO-NCW-netwerk Groene Groeiers komt het ammoniakfilter van Klaas de Boer uit het Noord-Hollandse Opperdoes niet in aanmerking voor subsidie.

Het energieneutrale filter maakt stallucht volgens De Boer bijna 100 procent vrij van ammoniak met een plantenextract in combinatie met onderdrukluchtcirculatie onder de stalvloer. Ook geur en fijnstof worden gereduceerd.

Real monitoring en borging van de ammoniakreductie zijn eenvoudig. Maar volgens de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) is het filter een end-of-pipe-oplossing, ook al is het energieneutraal, niet gebaseerd op agressieve chemische stoffen en verbetert het de stalluchtkwaliteit. Het ammoniakfilter is praktijkrijp, al draait het nu niet in een stal.

RVO.nl wijst De Boer erop dat het hem vrijstaat een RAV-erkenning aan te vragen. De kosten komen wel volledig voor zijn rekening en die van veehouders in de testfase.

MIA-/Vamil-regeling

Veehouders die het systeem willen toepassen, kunnen wel voordeel halen uit de MIA-/Vamil-regeling.

Toen het filter in juni bij pluimveehouder Jeroen Bertens in het Brabantse Haghorst werd getest, bleken landbouwpolitici van de SGP en het CDA onder de indruk.

Het investeringsbedrag voor het ammoniakfilter voor een veehouderij van gemiddelde omvang blijft onder de 100.000 euro.


In het laboratorium van Metz staat een proefopstelling.
In het laboratorium van Metz staat een proefopstelling. © Dirk Hol

‘Elektrodialyse mest 2025 praktijkrijp’

Als alles volgens schema verloopt, is mineralenfiltering van mest door elektrodialyse in 2025 praktijkrijp.

Veehouders kunnen er vanaf 2022 experimenteel mee aan de slag. Ook zonder aanpassing van de stalvloer is 50 procent reductie van stikstofuitstoot realistisch, stellen de Delftse ingenieurs Adriaan Lieftinck en Edward Sibeijn van de start-up Mezt. Inclusief aanpassing van de vloer loopt dit percentage nog verder op.

Mezt kan rekenen op de steun van de Technische Universiteit Delft, Wageningen University & Research en zuivelconcern FrieslandCampina voor de doorontwikkeling van de gepatenteerde innovatie, die is gebaseerd op membraantechnologie. Elektrodialyse van mest is energieneutraal, maakt geen gebruik van chemische toevoegingen en levert circulaire meststoffen op die geschikt zijn voor regionale kringlooplandbouw.

Kosten

Bij een omvang van honderd koeien vergt de installatie met omvang van een zeecontainer een investering vergelijkbaar met een nieuwe trekker. Vooral de levensduur van de membranen bepaalt de jaarlijkse kosten.

Elektrodialyse biedt goede mogelijkheden om emissiereductiecijfers ‘realtime te monitoren’ en te borgen. Hoe kleiner het investeringsrisico voor veehouders en ontwikkelaars in de testfase, hoe groter de kans op een doorbraak, zeggen de Delftse ingenieurs.


De VrijLevenStal is in Stolwijk en Groenlo in gebruik.
De VrijLevenStal is in Stolwijk en Groenlo in gebruik. © Hanskamp

Stalconcept volgt RAV-erkend koetoilet

De gespecialiseerde stalinnovatieonderneming Hanskamp uit het Gelderse Doetinchem heeft voor zijn CowToilet een voorlopige RAV-emissiefactor van 8,4 gekregen na enkele jaren onderzoek en ontwikkeling.

Het is de eerste toekenning die niet is gebaseerd op een emissiearme vloertechniek. Directeur Henk Hanskamp gaat ervan uit dat de definitieve emissiefactor een stuk lager zal zijn, omdat volgens hem in de praktijk de helft van alle urine in het CowToilet terechtkomt. Dit wordt nu onderzocht in proefstallen en onderzoek op de Dairy Campus in Leeuwarden.

Het CowToilet kost 1.000 euro per koe (25 koeien per box). De meerkosten ten opzichte van emissiearme vloeren zijn terug te verdienen door de zuivere urine, die vanwege het ontbreken van fosfaat geschikt is als circulaire meststof in kringlooplandbouw.

Hanskamp rekent op een wettelijke erkenning als meststof in 2022.

Korte termijn

Het CowToilet biedt perspectief op korte termijn, terwijl de VrijLevenStal van Hanskamp een totaalconcept is voor de lange termijn.

Een speciale bedding met drainagezand die dagelijks wordt gezeefd, zorgt voor maximaal comfort en reinheid door het ontbreken van boxen en besmeurde betonvloeren en zo laag mogelijke ammoniakemissie.

Bekijk meer over:

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Vrijdag
    6° / 0°
    85 %
  • Zaterdag
    4° / 0°
    90 %
  • Zondag
    15° / 6°
    85 %
Meer weer