Groei mais gaat lokaal hard, eerste pluimen in zicht

Met veel vocht en redelijk gunstige temperaturen lijkt de mais goed te gedijen. Op veel plekken staat het gewas er gezond bij. Veel melkveehouders kijken uit naar de komende week die warm en droog verloopt. Niet alleen gunstig voor de mais, maar ook voor de voederwinning.

Jolan van Noye uit Escharen kan nog net met de rolmaat bij de mais. De pluim is zich aan het vormen. 'Met de kolfzetting in zicht is voldoende vocht belangrijk', stelt hij.

Vogelvraat

Bert Wissels uit het Gelderse Hengelo ziet de pluim nog net niet verschijnen. Aan de andere kant hoopt de melkveehouder dat de mais nog iets doorgroeit. Hij was minder gelukkig met de handmatige overzaai na vogelvraat. 'Veel nieuwe zaden werden opnieuw vogelvoer.'

Voor Willy Aarts in Hallum staat de mais op zich goed, wel zijn de kopakkers wat verzopen door de vele regen. 'Hier kreeg de de mais een flinke tik.'

De afgelopen week regende het hard in Limburg. Guido Frijns in Reijmerstok zit hoog op een heuvel. Toch zag hij halverwege deze week in de omgeving nogal wat schade, vooral door waterstromen. 'Op plaatsen waar het water naar het dal stroomt, komt de löss mee naar beneden', stelde hij woensdag, nog voordat het leger werd ingezet.

Te koud

Over zijn eigen mais is Frijns tevreden: 'De mais heeft nog tijd genoeg om te groeien.' De Limburgse melkveehouder wilde overigens maandag nog schoffelen. Daar stopte hij mee, door de lage temperatuur was de mais niet buigzaam genoeg. 'Bij 30 graden buigen de planten mee. Bij 23 graden knakken ze om. Nu zullen deze kiemonkruiden de mais niet overstijgen, maar ik zie het liefst een schoon perceel.'

Bij Corné Rommens in Hoeven staat het gewas er nu redelijk bij. 'Het achtergebleven bietenloof zorgde voor minder gunstige omstandigheden bij de start. Die groeiachterstand wordt bietenklap genoemd', legt hij uit. 'Ondertussen doet de onderzaai met rietzwenk het goed. Gelukkig concurreert het nog niet met de mais.'