Betalen voor kwaliteit big is lastig verhaal
Het zou beter moeten kunnen, maar is niet zomaar haalbaar: betalen voor de kwaliteit van een big. De kwaliteit van een big bepalen is niet eenvoudig, net als erover onderhandelen. Voor een goede prijs is vooral investeren in een goede relatie tussen zeugenhouder en vleesvarkenshouder van belang.
De vraag of je moet betalen voor bigkwaliteit komt bij zeugenhouder Ruth van der Haar uit het Overijsselse Collendoorn vandaan. Ze neemt deel aan de Keten Duurzaam Varkensvlees en voorziet haar biggen van een elektronisch oormerk. Ook weegt ze deze geregeld. Daardoor vallen haar veel zaken op.
Met een bepaalde kruising werden haar biggen bijvoorbeeld een stuk zwaarder en wogen ze gemiddeld 1.500 gram met ook nog weinig variatie. Die biggen presteerden in de opfok dan ook goed. Van der Haar: 'Dus ook op het vleesvarkensbedrijf zullen ze het goed doen. Het zou mooi zijn als de prijs van de biggen in verhouding is met de resultaten op het vleesvarkensbedrijf.'
Wat is kwaliteit?
'Betalen voor bigkwaliteit is niet zo eenvoudig', vindt Kasper Bekker van Saldo Advies Varkenshouderij. 'Wat is dan precies kwaliteit? Hoe meet je dat? Het gaat niet alleen om groei en voerconversie, maar ook om gezondheid' licht hij toe.
Het lijkt wel of er een Duitse en een Nederlandse bigkwaliteit is
'Maar of biggen met een hoge gezondheidsstatus het dan altijd beter doen op uw bedrijf, is de vraag. Komen er bij u toch ziekten binnen, dan kan die hoge gezondheidsstatus verkeerd uitpakken. Ook als biggen op het zeugenbedrijf goed verwend zijn en daardoor hard zijn gegroeid, is het de vraag hoe dat op uw bedrijf uitpakt. Dat moet u ondervinden.'
Een indruk van de bigkwaliteit op het onderdeel gezondheid is volgens Jan Pijnenburg van DLV Advies te krijgen door de resultaten van bloedonderzoek op te vragen. 'Hoe zit het met PRRS of mycoplasma op het zeugenbedrijf? Is het nodig om de biggen te vaccineren?' zegt hij.
Voordeel van vaccinatie
'De Nederlandse vleesvarkenshouder beslist lang niet altijd dat het voordeel van de vaccinatie niet opweegt tegen de extra kosten. Of dat de juiste beslissing is, is de vraag. Aan het einde van de ronde zijn de meeste vleesvarkens toch in aanraking geweest met bijvoorbeeld PRRS en hebben ze daar dus ook mogelijk schade door opgelopen.'
Op dit punt lijkt er duidelijk een verschil tussen Duitse en Nederlandse vleesvarkenshouders. Voor de Duitse markt gelden vrij strikte eisen wat betreft gewicht van de biggen – maar liefst 28 kilo of meer –, de eindbeer en de vaccinaties.
Circo, mycoplasma en PRRS
Biggen voor de Duitse markt krijgen standaard een vaccinatie tegen zowel circo, mycoplasma als PRRS als verzekeringspremie, zodat deze ziekteverwekkers geen problemen kunnen veroorzaken. In Nederland ligt dat doorgaans anders, weet Bekker. 'Lang niet iedere vleesvarkenshouder vindt dit nodig, terwijl deze ziekteverwekkers op het vleesvarkensbedrijf wel voor schade kunnen zorgen.'
Een ander punt waarop de Duitse markt verschilt van de Nederlandse, is de betaling. 'Een big die bij aankomst op een Duits bedrijf niet aan de eisen voldoet, wordt niet betaald', weet Bekker. 'Daar is in Nederland meestal geen sprake van. Samen met het verschil in eisen wat betreft gewicht en vaccinatie lijkt het wel of er twee kwaliteiten biggen te zijn: een Duitse kwaliteit en een Nederlandse kwaliteit.'
Onderhandelen over prijs
Over de prijs van de biggen wordt in Nederland doorgaans pas achteraf onderhandeld. 'Bij aankomst op het bedrijf hebben varkenshouders altijd een bepaalde verwachting van een koppel biggen. Die verwachting is gebaseerd op de vorige koppels die ze doorgaans van dezelfde zeugenhouder hebben gekregen' legt Pijnenburg uit.
'Aan het einde van de ronde kijken ze dan of die verwachting uitkomt. Klopt het niet, dan zullen ze voor een volgend koppel biggen in onderhandeling gaan over de prijs. Als het de vleesvarkenshouder niet lukt om te onderhandelen over de prijs en de resultaten blijven onder de maat, dan zal hij overstappen naar een andere zeugenhouder.'
Overstappen niet eenvoudig
Dat overstappen is niet eenvoudig. Er zijn niet zomaar andere biggen te vinden in aantal en genetica die bij het vleesvarkensbedrijf passen. Volgens Bekker is het nog lastiger om inzicht te krijgen in de kwaliteit van de biggen die ondernemers dan gaan aankopen. 'Is dat wel altijd beter dan ze nu hebben?'
Het betekent dat vleesvarkenshouders in zekere zin vastzitten in hun relatie met de zeugenhouder. 'In het voorjaar, als de biggenprijzen hoog zijn, onderhandelen vleesvarkenshouders niet over de prijs. In het najaar bij een hoger biggenaanbod willen ze dat wel, maar ze willen hun vaste relatie niet op het spel zetten. Dat maakt het onderhandelen lastig', licht Bekker toe. 'Wilt u er toch wat aan doen, zorg dan dat u elkaar goed kent. Ga twee keer per jaar bij elkaar op bezoek en loop samen door het bedrijf.'
Goed oriënteren
Is een overstap toch nodig, dan moeten vleesvarkenshouders zich goed oriënteren. 'Vraag in uw kring van adviseurs, dierenartsen en dergelijke rond of ze de zeugenhouder kennen waar u biggen van wilt aankopen en hoe de biggen het doen bij de vleesvarkenshouder waar ze nu naartoe gaan', adviseert Bekker.
'Het beste is om een bezoek te brengen aan de vleesvarkenshouder die de afgelopen maanden deze biggen heeft ontvangen. Bezoek het liefst ook de zeugenhouder die biggen gaat leveren. Doorgaans krijgt u dan een goede indruk van wat u te wachten staat.'
Speenleeftijd en stabiliteit zeugenstapel belangrijk
Enkele punten hebben duidelijk invloed op de kwaliteit van de biggen. Een vleesvarkenshouder zou in ieder geval moeten weten wat de speenleeftijd is van de biggen en het vervangingspercentage van de zeugenstapel. Als de zeugenhouder op 23 dagen speent, zitten daar ook nog jongere biggen tussen. Dat zijn volgens Kasper Bekker van Saldo Advies Varkenshouderij meestal de gevoelige dieren die aanjager kunnen zijn voor problemen op het vleesvarkensbedrijf. Spenen op 28 dagen is voordeliger voor de vleesvarkenshouder. Een hoog vervangingspercentage van de zeugen is ongewenst. Dan zijn er steeds veel jonge zeugen die gevoeliger zijn. Bekker: 'Je kunt beter biggen hebben van een bedrijf met 35 procent vervanging dan van 55 procent vervanging. Bij een laag vervangingspercentage lukt het beter om griep en PRRS onder controle te houden en hebben de vleesvarkens daar minder last van.'Bekijk meer over:
Lees ook
Marktprijzen
Meer marktprijzen
Laatste nieuws
Nieuwste video's
Kennispartners
Meest gelezen
Nieuw op MechanisatieMarkt.nl
-
RS330 VRF
Gebruikt, € 750
-
Massey Ferguson TD 868-DN
2019, € 10.500
-
Case IH PUMA 185 CVX STAGE V
2022, P.O.A.
-
John Deere Tractor 6215R (BV) #56310
Gebruikt, P.O.A.
Vacatures
Projectmedewerker BoerenNetwerk - Zet je in voor natuurinclusieve landbouw!
Wij.land - Abcoude (De Ronde Venen)
Onderzoeksassistent maisteelt
Wageningen University & Research - Lelystad
Docent veehouderij
Landstede MBO - Raalte
Meewerkend bedrijfsleider (m/v) op een modern en ondernemend melkschapenbedrijf
ATT Agro - Den Burg, Texel
Bestuurslid met voorzitterskwaliteiten
Coöperatie Natuurrijk Limburg - NL
Weer
-
Vrijdag6° / 0°85 %
-
Zaterdag4° / 0°90 %
-
Zondag15° / 6°85 %