ZLTO praat mee over toekomst landbouwbeleid

In het bestuursakkoord hebben Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant nieuwe koersafspraken gemaakt over de landbouw- en voedseltransitie. Die zijn gericht op meer evenwicht tussen economische, ecologische en maatschappelijke waarden. Denk daarbij aan het sluiten van kringlopen, innovatie gericht op verduurzaming en toekomstperspectief voor jonge boeren.

Een weg met de nodige uitdagingen voor de hele voedselketen, aldus het provinciebestuur. Maar ook met kansen die de provincie optimaal wil benutten. 'In het beleidskader schetsen we hoe we deze toekomst willen vormgeven, zodat alle betrokken partijen weten waar ze aan toe zijn en nieuw perspectief krijgen', licht gedeputeerde Elies Lemkes-Straver (CDA) toe.

Hele keten praat mee

Aan tafel zitten stakeholders uit de hele voedselketen, zoals agrarisch ondernemers, onderwijs, burgers, supermarkten, overheden, groene partners, veredelaars en toeleveranciers. Met elkaar gaan zij in gesprek over tal van onderwerpen, waaronder het verdienvermogen, samenwerking in de keten, het aanjagen innovaties, grondbeleid en de communicatie met consumenten. In totaal zijn er 12 een-op-eengesprekken met stakeholders, 20 overlegtafels met 144 deelnemers en 4 bijeenkomsten met Provinciale Staten.

Ook ZLTO schuift aan. Directeur Kathleen Goense is voorzitter van de 'verdiepingstafel' Verdienvermogen, waar ook de provincie, BAJK, Rabobank, ABAB en Agrifirm zijn vertegenwoordigd. 'We willen inzicht geven in het huidige verdienvermogen van de land- en tuinbouwsectoren', stelt Goense. 'Ook willen we inzichtelijk maken wat cruciaal is in het landbouwbeleid voor de komende tien jaar om het verdienvermogen in de primaire sector te verbeteren en toekomstperspectief te bieden voor boeren en tuinders.'

Kritische vragen

Als voorzitter stuurt Goense zowel op realisme en concrete adviezen als op een gedragen advies waarin alle partijen aan tafel worden gehoord en hun inbreng hebben. 'Daarbij stel ik kritische vragen over het huidige beleid of beleid dat in de praktijk lastig uitvoerbaar is en daarmee contraproductief en kostenverhogend werkt.

Niet alleen bestuurders denken mee aan de overlegtafels. Goense: 'ZLTO heeft ervoor gezorgd dat dertig Brabantse agrarisch ondernemers uit verschillende sectoren aan tafel kwamen om hun mening te kunnen geven over toekomstig beleid. Samen hebben we ons beeld gegeven van wat de komende decennia belangrijk is voor boeren, tuinders en telers. Ook op onderwerpen als grondpolitiek en het aanjagen van innovatie.'

Het beleidskader Landbouw en Voedsel moet uiteindelijk worden gedragen door Gedeputeerde en Provinciale Staten. 'Ik hoop dat onze leden merken dat het beleid duidelijke, realistische doelen heeft die tien jaar blijven staan, zodanig dat het als agrarisch ondernemer interessant is om in Brabant te ondernemen', besluit Goense.