Belang Britten in export brokkelt af

Vanaf het Britse brexitreferendum van juni 2016 is de Nederlandse handel met het VK veel minder hard gegroeid dan met andere EU-landen. De totale landbouwexport naar alle bestemmingen is in de periode 2015-2020 gegroeid met 17 procent, tegen een exportgroei naar het VK met 4 procent. In 2020 daalde de export richting de Britten licht.

De totale export bedroeg in 2020 8,4 miljard euro en in 2019 8,7 miljard euro. Sierteelt (1,14 miljard euro), vlees (1,08 miljard euro) en groenten (0,87 miljard euro) zijn de meest uitgevoerde landbouwgoederen naar het VK. Het aandeel van het VK in de totale Nederlandse export daalde in de periode 2015-2019 voor vlees (van 17 naar 12 procent), groente (van 14 naar 12 procent) en fruit (van 9 naar 6 procent).

Wanneer alleen wordt gekeken naar de landbouwexport van producten van Nederlandse makelij – dus zonder wederexport – blijkt dat de afzet naar VK 1 procent lager is dan in 2015, in vergelijking met een groei van 13 procent bij de landbouwexport van Nederlandse makelij naar alle landen. Deze export bedroeg in 2020 6 miljard euro. In 2019 ging het om 6,4 miljard euro.

Het achterblijven van de ontwikkeling is volgens de onderzoekers van Wageningen Economic Research en het CBS deels toe te schrijven aan een 'pre-brexiteffect', een teruggang van de handel door onzekerheid over een daadwerkelijke brexit. Nadere analyse is volgens hen nodig om de exacte invloed van de aankondiging van een brexit in de periode 2015-2020 vast te stellen.

Een opvallend aspect dat daarbij aansluit is een sterke groei van de export van kasmaterialen naar het VK. De exportwaarde is 342 miljoen euro. Dit kan gaan zorgen voor minder vraag naar Nederlandse producten, stellen de onderzoekers.