De Jongh: 'De kunst is klein blijven en je onderscheiden'

'Kaasmaken zorgt voor een mooie plus op de huidige melkprijs', rekent De Jongh voor. 'Uiteraard staan daar de nodige investeringen tegenover en voor jonge ondernemers dus een behoorlijke financieringslast. Maar dat kunnen we dragen én tegelijkertijd een goede boterham verdienen.'

Kirsten en haar man Aico de Jongh hebben de afgelopen jaren het bedrijf van zijn ouders omgebouwd. Van 40 melkkoeien en 800 vleesvarkens op voergeld wilden ze in eerste instantie doorgroeien naar 120 melkkoeien. Maar omdat de fosfaatwetgeving dat onmogelijk maakte, hebben ze ervoor gekozen om de varkensstal compleet om te bouwen tot kaasmakerij, een ruimte om te zuivelen en een winkel.

In de prijzen

De Jongh kijkt terug op een weg vol hobbels en lange werkweken. 'Nadat Aico een cursus had gevolgd, is hij in 1997 naast een vaste baan in een oude garage begonnen met kaasmaken', blikt ze terug op die begintijd. 'Toen we meteen in de prijzen vielen met onze rauwmelkse jonge kaas, karnemelk en yoghurt, konden we ook de bank overtuigen van ons concept.'

Het stel heeft nu 60 koeien en jongvee. 'Het is de kunst om klein te blijven en je te onderscheiden', vindt De Jongh, die de afgelopen vier jaar ook les gaf aan het Wellantcollege. 'We zetten een deel af via onze eigen winkel, we werken samen met andere boerderijen en we liggen in de onbemande winkels van Appeltje-Eitje. Je probeert elkaar onderling in de korte keten te versterken en niet te beconcurreren.'

Mond-tot-mondreclame

Voor de financiële stabiliteit levert het stel nog steeds aan de melkfabriek en supermarkten. Nieuwe klanten en verkooppunten werft De Jongh via streekmarkten, Facebook en flyers en 'het allerbelangrijkste: mond-tot-mondreclame'.

Door steeds meer producten aan te bieden, stijgt de gemiddelde omzet per klant. 'We hebben personeel nodig en gelukkig springt de familie ook regelmatig bij.'