Begin vogelgriep beter te bepalen

Hiermee kan verdere verspreiding beter worden bestreden. Bij de nieuw ontwikkelde methode wordt onder meer gebruikgemaakt van de sterftegegevens van pluimvee in de stal in de periode voorafgaand aan de melding van een verdachte situatie. Het achterhalen, veiligstellen en snel ter beschikking krijgen van de sterftegegevens is belangrijk om zo snel mogelijk een schatting te maken van het introductiemoment.

Eerder ontwikkelde methoden voor de inschatting van het moment van virusintroductie op bedrijven overschatten vaak het aantal dieren dat door een ziek dier kan worden besmet binnen een bepaalde tijdsduur. Dit kon ervoor zorgen dat het introductietijdstip op een latere datum werd ingeschat dan in werkelijkheid het geval was.

Contactonderzoek

Volgens onderzoeker Armin Elbers van Wageningen Bioveterinary Research is de situatie bij vogelgriep goed te vergelijken met onderzoek dat wordt toegepast om de verspreiding van het coronavirus in beeld te brengen. 'Daar wordt ook bron- en contactonderzoek gedaan', zeg hij.

'Als je nauwkeurig kunt bepalen wat het moment van introductie is geweest, dan kun je ook vaststellen wie er in die tijd op het erf zijn geweest en welke transportbewegingen er zijn geweest.'

Wilde vogels

Bij vogelgriep is het wel lastig om de bron van introductie vast te stellen, omdat het vaak wilde vogels zijn. Elbers: 'Maar ook dan kan het beter weten van het introductiemoment helpen. Misschien heeft de pluimveehouder toch zaken gezien die hem opvielen, bijvoorbeeld rond de vrije uitloop.'

Bij de ontwikkeling van de methode is gekeken naar elf uitbraken van hoogpathogene vogelgriep van het type H5N8 op Nederlandse commerciële pluimveebedrijven in 2014 en 2016. De methode kon met succes worden toegepast op acht van de elf uitbraken om het introductiemoment te bepalen.

Zuidelijke Oeral

H5N8 werd tijdens de vorige winter tot dicht aan de Nederlandse grens gevonden. Op dit moment zijn er uitbraken van H5N8 in de Zuidelijke Oeral, in Rusland. Russische autoriteiten hebben het over een 'broeinest'.

Epidemiologen kunnen nog niet zeggen of deze uitbraken meer risico geven voor uitbraak van de ziekte komende winter in Nederland. Wageningen Bioveterinary Research brengt op dit moment de risico's in beeld en presenteert waarschijnlijk eind deze maand het rapport.