Kenniscentrum Nelles: 'Achterhoek wordt foodhotspot'

Stichting Achterhoek Toerisme en Kenniscentrum Nelles gaven studente Eline Nagelholt opdracht om te onderzoeken op welke manier krimpregio de Achterhoek onderscheidend kan zijn als toeristische regio. 78 procent van het gebied wordt gebruikt door de landbouw en de voedselindustrie draagt flink bij aan zowel de werkgelegenheid als het inkomen.

'Dit maakt dat er een veelbelovende verbinding is tussen de toeristische sector en de voedselindustrie. Natuurinclusief kan hierin als onderscheidende kernwaarde een centrale rol spelen', staat in het onderzoek.

Ontbrekend strategisch plan

Een strategisch plan hiervoor ontbrak nog en daarom kreeg Nagelholt opdracht dit te onderzoeken. Ze concludeert dat gastronomie een fundamenteel element is geworden bij de keuze van een toeristische bestemming. 'Toeristen willen meer leren over lokaal eten en drinken, foodgeschiedenis en culinair erfgoed. De Achterhoek heeft al deze elementen in huis en dit biedt kansen om een onderscheidende foodbestemming te worden.'

De focus van het plan ligt op een integrale aanpak, met verschillende stakeholders, zegt Maurits Steverink namens Kenniscentrum Nelles. 'Food is meer dan alleen landbouw, er zitten veel andere waarden achter. Als de foodsector goed optrekt met de vrijetijdseconomie, kan dat de Achterhoek een boost geven en vitaler maken. Als je dit planmatig blijft aanpakken, kan onze droom werkelijkheid worden.'

Stille Willies

Die droom is een Achterhoek als internationale foodhotspot, het Italië van Noordwest-Europa. Steverink: 'Er zitten veel stille willies in de Achterhoek waar je internationaal echter goed mee voor de dag kunt komen; pareltjes van bedrijven. Je moet wel verder denken dan traditionele streekproducten, dat is oubollig. Als we erin slagen meer van ons af te blazen - heel on-Achterhoeks - dan kan dat.'

Diverse voedselproducenten, organisaties en de politiek zijn al aangesloten in platform Achterhoek Food. Het is de bedoeling dat deze partijen volgend jaar een 'foodmanifest' ondertekenen, waarmee partijen hun betrokkenheid bevestigen en wat dient als basis voor verdere uitvoering. Steverink tempert te hoge verwachtingen: 'Zoals altijd wanneer je iets nieuw in de markt zet, is er tijd nodig voor het vermarkten. Zeker vijf, zes jaar. Je hebt uithoudingsvermogen nodig.'