Klei als wapen tegen oxidatie veenweiden

Klei verspreiden over veenweide, zodat de veenoxidatie en daarmee de bodemdaling worden vertraagd. Dat is de insteek van de veldproef 'Klei IN Veen' op twee melkveebedrijven in het Friese Delfstrahuizen. Vorige week ging de veldproef officieel van start met een demonstratie van de methode die ook in de Krimpenerwaard is toegepast.

Klei+als+wapen+tegen+oxidatie+veenweiden
© Ida Hylkema

De veldproef 'Klei IN Veen' is onderdeel van het Veenweideprogramma Fryslân waarin verschillende mogelijkheden worden onderzocht om de veenoxidatie te beperken met behoud van voldoende perspectief voor de agrarische sector.


In de Krimpenerwaard wordt al geëxperimenteerd met klei in veen. Toen adviseur Ruud van Uffelen van die praktijkproef zijn ervaringen deelde met een groep Friese veenweideboeren, werden zij nieuwsgierig. De maatschappen Holtrop en Boon in Delfstrahuizen stelden hun bedrijf beschikbaar voor een veldproef.


Veenweidediscussie

Minne Holtrop en Rik Boon zijn lid van gebiedscoöperatie It Lege Midden, die als centrum van het veenweidegebied nauw betrokken is bij de veenweidediscussie. De bodem is daarom een belangrijk aandachtspunt van de gebiedscoöperatie, zegt Holtrop.

Kennis van toen willen we nu weer actueel maken

Ruud van Uffelen, adviseur veldproef 'Klei IN Veen'

De melkveehouder is ook gastheer van de startbijeenkomst van de veldproef. 'Hoe kunnen we bedreigingen omzetten in kansen, daar gaat het ons om. Als we helemaal geen CO2-emissie uit het veen willen, moet het peil zo hoog dat we hier geen boer meer kunnen zijn. Daarom zetten we ons in om met proeven te onderzoeken hoe we hier boer kunnen blijven met zo weinig mogelijk veenafbraak.'


Praktijkervaring

De veldproef is bedoeld om praktijkervaring op te doen. Het Friese veen draait sinds vorig jaar al mee in laboratoriumproeven waarin de CO2-uitstoot van verschillende veensoorten wordt gemeten, met en zonder toevoeging van klei.

Het Louis Bolk Instituut doet al twee jaar onderzoek op verschillende plekken en in het laboratorium, zegt onderzoeker Maaike van Agtmaal. Dit onderzoek is onderdeel van het project 'Klei in veen' waarin het Veenweiden Innovatiecentrum (VIC) in Zegveld, Royal HaskoningDHV en Louis Bolk Instituut de kansen, voorwaarden en consequenties van het gebruik van klei voor veenbehoud onderzoeken.


Oud principe

Het opbrengen van klei op veengrond is al een oud principe. Eeuwen geleden lieten boeren al rivierklei over hun akkers stromen. 'De kennis van toen willen we nu weer actueel maken', zegt Van Uffelen.

Bekend is dat de organische stof uit het veen zich bindt aan de kleideeltjes. Hoe kleiner de kleideeltjes, des te sterker en duurzamer de verbinding. Door deze verbinding wordt de afbraak van de organische stof afgeremd.

Deze theorie is bevestigd in het laboratorium. Uit de laboratoriumproeven van het Louis Bolk Instituut blijkt dat de CO2-emissie van veengrond waarin klei is verwerkt, 15 tot 50 procent lager is dan onbewerkte grond, afhankelijk van de veengrond.


Baggerspuit

De Friese veengrond scoort hoog wat betreft de reductie, maar loopt minder lang mee in de proeven. Op proefvelden in Zegveld en Stolwijk is ervaring opgedaan hoe de klei op de veengrond kan worden gebracht. Dit kan met de baggerspuit, vastemestverspreider of de sleepslang, mits de klei goed oplosbaar is.

Voor het opbrengen hoeven dus geen nieuwe machines te worden ontwikkeld. Nu is het tijd voor uitbreiding en verbreding van de praktijkproeven en verdieping van het wetenschappelijk onderzoek.


Tweemaal 6 hectare

De Friese veldproef wordt gehouden op tweemaal 6 hectare veengrond van de bedrijven van Holtrop en Boon. Op de helft wordt klei opgebracht met de vastemeststrooier en de andere helft dient als referentie. Op het veld, in de bodem en in het gras worden gedurende een jaar metingen uitgevoerd.


De veldproef wordt gehouden op tweemaal 6 hectare veengrond.
De veldproef wordt gehouden op tweemaal 6 hectare veengrond. © Ida Hylkema

Uitgaande van de ervaringen uit de proef in de Krimpenerwaard is gekozen voor 200 kuub klei per hectare. Dit wordt in twee keer op het land gebracht, omdat er anders een te dikke laag in één keer op het gras komt. Het klei moet via inspoeling en bodemprocessen in de bodem worden opgenomen.


Knelpunt

Meteen kam een knelpunt om de hoek kijken. 'Hoe kom je aan 1.200 kuub klei die fijn genoeg is voor dit doel?' zegt projectleider Nicolette Hartong van provincie Fryslân. Ze kreeg uiteindelijk de beschikking over schone klei uit een kleidepot met een hoog lutumgehalte en een laag organischestofgehalte, maar het was nog een hele klus om dat in Delfstrahuizen te krijgen.

'De beschikbaarheid van geschikte klei en transport is een knelpunt als je dit principe breed wilt toepassen. Daarvoor moeten we oplossingen verzinnen', geeft Hartong toe.


Onderzoek nodig

Van Uffelen ziet kansen, maar er moet nog veel worden onderzocht. 'Hoeveel kilo CO2 kun je vastleggen met een kilo klei, dat is belangrijk.'

Volgens de adviseur biedt het bekleien van veengrond niet alleen voordelen voor het beperken van de veenoxidatie, maar is ook het watervasthoudend vermogen van de bodem beter. Bovendien kan met deze methode een grote hoeveelheid grond dat vrijkomt bij natuuraanleg en infrastructurele projecten zoals wegenbouw, worden afgezet. 'Jaarlijks is 2 miljoen ton van deze grond beschikbaar die je circulair kunt verwerken.'


Friese veenweideaanpak eind dit jaar gepresenteerd

Provincie Fryslân en Wetterskip Fryslân komen eind dit jaar met het uitvoeringsprogramma voor het veenweidegebied. Na inspraak kan het programma dan begin volgend jaar beginnen, zei bestuurder Jan van Weperen van Wetterskip Fryslân vorige week bij de start van de veldproef 'Klei IN Veen' in Delfstrahuizen. Het uitvoeringsprogramma 2020-2030 vloeit voort uit de veenweidevisie die in 2015 is vastgesteld. Uitgangspunt daarvan was een verhoging van het grondwaterpeil, maar mede door een alternatief plan van de landbouworganisaties in het gebied worden nu meerdere mogelijkheden onderzocht om de veenoxidatie te vertragen. Zo worden er proeven gedaan met onderwaterdrainage en strokenteelt in mais. 'Je moet de creativiteit van de boeren benutten en niet het middel, maar het doel centraal stellen', zei voorzitter Geart Benedictus van de stuurgroep Veenweide, een belangenvereniging van zeven agrarische organisaties. Van Weperen wees erop dat het belang van het vertragen van de bodemdaling verder reikt dan de veenweidegebieden. Door de bodemdaling wordt dieper kwelwater aangetrokken en dit verhoogt de kans op verzilting. Bovendien kampen de hogere gebieden met verdroging, omdat het zoete water 'het putje van Friesland' in wordt getrokken. 'De problematiek van de veenweiden ontstijgt de boeren en burgers die ervan leven. Het probleem is te groot om alleen te laten dragen door de provincie, Wetterskip Fryslân en de bewoners', aldus Van Weperen. Hij hoopt dat er voor het eind van dit jaar duidelijkheid komt in de landelijke CO2-discussie, zodat de uitkomst hiervan kan worden opgenomen in de Friese aanpak voor de komende tien jaar.

Bekijk meer over:

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Zaterdag
    4° / 0°
    90 %
  • Zondag
    15° / 6°
    85 %
  • Maandag
    13° / 9°
    90 %
Meer weer