Telers zoeken klimaatbestendige broccoli

In het kader van het project is een proef met acht verschillende rassen voor de vroege teelt van broccoli aangelegd op een praktijkperceel van teler Nico Hoogendoorn in de Wieringermeer. In de proef is per ras het stikstofniveau gevarieerd. Op een bijeenkomst voor telers gaf onderzoeker Ruud Hoiting van Proeftuin Zwaagdijk vorige week een toelichting op de eerste waarnemingen.

Hoiting vertelt dat bij elk ras in drie trappen van 75, 100 en 125 procent is uitgegaan van de stikstofbehoefte van het standaardras Ironman. Hierbij staat 100 procent gelijk aan 350 kilo zuiver stikstof die gegeven is in de vorm van 25 kuub varkensdrijfmest aangevuld met stikstof uit KAS.

Weinig verschillen per ras

Op het proefveld zijn kort na elkaar al twee oogstrondes uitgevoerd. Per ras is in de objecten nog niet veel verschil te zien. Hoiting stelt dan ook dat het achteraf misschien beter was geweest om de stikstofniveaus meer te variëren. ‘Vorig jaar hebben we in dezelfde proef uitgevoerd, maar dan met 0 procent, 50 procent en 100 procent van de stikstofbehoefte. Toen bleek dat in alle objecten het stikstofniveau te laag was.’

Dit is het tweede jaar van het project dat in 2019 is gestart. Telers van broccoli werken daarbij samen via Vollegrondsgroente.net en GreenPort NoordHollandNoord aan de ontwikkeling van innovatieve teeltwijzen om de klimaatbestendigheid van broccoli te verbeteren. Het driejarig project wordt gefinancierd door provincie Noord-Holland en het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling.

Kwaliteit broccolischermen

Bij de oogst beoordelen de onderzoekers steeds de kwaliteit van de broccolischermen op ziekteaantastingen en houdbaarheid. Tussen rassen is wel verschil zichtbaar in vroegheid van de oogst. Op het moment van de bijeenkomst was bijvoorbeeld van het ras Chronos al een relatief groot aandeel geoogst. Van andere rassen waren nog maar enkele schermen weggesneden.

Het proefperceel heeft ook te maken met duivenvraat en de onderzoekers zien daarbij duidelijk rasverschillen. ‘Het percentage beschadigde planten en de daardoor ontstane noodbloei lopen uiteen van nog geen 1 procent tot meer dan 8 procent. Wij constateren dat rassen die bekendstaan om hun zoete smaak, ook meer in trek zijn bij de duiven. Er is voor zover wij dat kunnen bekijken, geen relatie tussen de mate van schade en de stikstofgift’, verklaart Hoiting.