Bruinrot aangetroffen in pootaardappelen

De besmette partij was afkomstig van een pootgoedteler in de provincie Groningen. De NVWA heeft onderzoek gedaan naar de bron en de omvang van de bruinrotbesmetting. Hierbij is de bruinrotbacterie vastgesteld in een deel van een partij die reeds was uitgepoot in Oost-Groningen.

De verdenking ontstond naar aanleiding van een notificatie uit Duitsland omdat de uit Nederland afkomstige partij Axion positief getoetst is op aanwezigheid van de bruinrotbacterie. Deze notificatie was voor de NVWA aanleiding om het traceringsonderzoek te starten. In nauwe samenwerking met keuringsdienst NAK is onderzoek gedaan naar de bron en naar eventuele verdere verspreiding van de bruinrotbesmetting.

Reeds gepoot

Het onderzoek heeft een besmetting in een ander deel van de betreffende partij opgeleverd. Dat deel was reeds in het zetmeelaardappelgebied gepoot, maar is na de vondst weer gerooid en vernietigd. De NVWA heeft maatregelen opgelegd op het betreffende perceel.

Er zijn geen andere pootgoedpartijen van de betrokken pootgoedteler uitgeplant in Nederland en intensief onderzoek in andere partijen van de pootgoedteler heeft geen andere besmettingen aan het licht gebracht. Introductie in de partij Axion heeft mogelijk plaatsgevonden in 2018, tijdens de teelt op een laaggelegen perceel aan een watergang waarvan besmetting met bruinrot algemeen bekend is.

Dit betreft de derde vondst van bruinrot in pootaardappelen van oogst 2019. Afgelopen december en maart maakte de NVWA al bruinrotvondsten in het ras Taurus en Cara bekend. Beide partijen waren afkomstig van pootgoedtelers in de provincie Friesland. De drie vondsten zijn aanleiding voor de NVWA om in overleg te gaan met het bedrijfsleven en onderzoek te initiëren naar de introductie van bruinrot via bijvoorbeeld drainage. Er zijn vermoedens dat besmettingen via deze weg zijn ontstaan.

Beperkingen opgelegd

De NVWA legt maatregelen op aan bedrijven waar een besmetting met bruinrot is vastgesteld. De betreffende partij wordt besmet verklaard en moet vernietigd worden, en alle andere pootgoedpartijen van het bedrijf mogen niet worden uitgeplant. Verder gelden er beperkingen aan de percelen en moeten hygiënemaatregelen worden genomen.