CEO Lely: 'Niet elke innovatie slaagt. Maar je geeft niet op'

De nieuwe CEO van Lely, André van Troost, zag de markt als gevolg van de coronacrisis opeens een enorme tik krijgen. Een tegenvaller, maar het tempert niet zijn optimisme voor de middellange termijn. Vanuit een zetel in de raad van bestuur werd hij per 1 januari als CEO aangesteld. Alexander van der Lely leidt nu de raad van commissarissen en Van Troost heeft de dagelijkse leiding.

In West-Europa heeft 20 tot 40 procent een melkrobot

André van Troost, CEO van Lely

Kunnen we de 'hand van Van Troost' al herkennen?

'Haha, nee dat zal denk ik niet gaan. Ik ben niet nieuw in de organisatie. De huidige plannen waren ook vorig jaar al mede mijn plannen. Het roer gaat dan ook niet om nu ik in deze functie meer het gezicht van het bedrijf ben. Wel heb ik meer een dairy marketoriëntatie. Ik denk iets meer vanuit de eindgebruiker door mijn eerdere werkervaring bij Danone.'

Innovaties zoals de Lely Orbiter dus, waarbij melk herkenbaar per koe wordt aangeboden in het winkelschap. Daar zijn er nog niet veel van verkocht.

'De vraag naar dierlijke eiwitten zal onveranderd groot blijven, maar mensen willen meer beleving ervaren bij de herkomst van producten die ze consumeren. Dit biedt de Orbiter. Nu staat dat denken en handelen van de consument nog in de kinderschoenen, maar je moet met dit soort innovaties niet te veel in vandaag en morgen denken. We hebben de Orbiter in de markt gezet om eerst een klein aantal in Nederland te testen.'

De eerste grote innovatie onder uw leiding is een mestbewerkingsoplossing die stikstof tot 50 procent reduceert. Wat houdt dit in?

'Wij zijn in mestbewerking gestapt om veehouders te ondersteunen om hun eigen mest beter tot waarde te brengen. Er lopen al een tijdje drie testopstellingen en de resultaten zijn veelbelovend. Een mooie bijvangst blijkt namelijk dat we tot tientallen procenten stikstof reduceren. Hoe de installatie en de techniek werken of wat het gaat kosten, ga ik nog niet vertellen. In de tweede helft van 2020 gaan we dit presenteren.'

Eerder nam Lely het mestraffinatiesysteem Agrimodem over om een paar jaar later de stekker er weer uit te trekken.

'Wij noemen onszelf Farming Innovators. Niet elke innovatie slaagt, maar dat betekent niet dat je opgeeft en niet doorontwikkelt. Instanties gelieerd aan het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit kijken mee en monitoren de resultaten van de testopstellingen ook.

'Garanties kun je in dit stadium niet geven, maar alles wijst erop dat we hiermee iets introduceren dat op bedrijfsniveau enorm helpt om de emissies te verlagen. In het derde of vierde kwartaal van 2020 treden we hiermee naar buiten.'

Naar het belangrijkste product dan maar: de melkrobots. Hoe hard raakt de coronacrisis Lely daarin?

'De productie en service draaien door, maar de verkoopcijfers zijn de afgelopen maanden fors gedaald. Dat trekt wel weer aan, maar onder invloed van de lagere melkprijzen wereldwijd hebben we de prognoses voor 2020 naar beneden bijgesteld. 2019 was een recordjaar qua verkoop. De nieuwe Astronaut A5 slaat goed aan. Maar wij kijken meer naar de adoptie in de markt dan naar directe verkoopcijfers.

'In West-Europa werkt 20 tot 40 procent van de melkveehouders al met een melkrobot en zijn nieuwe aankopen qua melktechniek 70 tot 80 procent melkrobots. Niet alleen van Lely natuurlijk, maar het potentieel is groot. In de Verenigde Staten nog veel groter. Daar werkt nog minder dan 3 procent van de melkveehouders met een melkrobot.'

Waarom slaan melkrobots volgens u minder aan in de Verenigde Staten?

'Je zou het misschien niet denken, maar de Amerikaanse melkveehouder is gemiddeld wat traditioneler dan de Europese. Iets minder veranderingsgezind. Daarnaast heb je een bepaalde dekkingsgraad nodig die je eerst moet opbouwen. Een boer koopt eerder een melkrobot als hij hem bij een collega in actie heeft gezien.

'Als de melkprijs weer op peil komt in de Verenigde Staten, zie ik ons daar de komende jaren wel grote slagen maken. Mede door de coronacrisis komt arbeid ook daar steeds meer onder druk. We bouwen in Pella in Iowa een nieuwe fabriek en een nieuw kantoor. Dat symboliseert wel hoe serieus en kansrijk we de markt daar inschatten.'

Zijn het niet vooral de grotere afstanden die servicedekking daar ingewikkeld maken?

'Natuurlijk zijn afstanden uitdagend. Wij raden melkveehouders die op een halve dag rijafstand van een servicepunt zitten, af om melkrobots aan te schaffen. Maar dit servicenetwerk blijven we uitbreiden. En belangrijker is het voor ons om melkrobots te creëren die amper tot geen onderhoud nodig hebben. Zo tackel je dit issue het beste.

'Vooropstaat dat wij niet iets willen verkopen en beloven dat we niet na kunnen komen. Wij zijn een premium merk, niet de goedkoopste. Daar hoort zo'n houding ook bij.'