Fryslân vindt aanpak steenmarters succesvol

Dat meldt provincie Fryslân. Het wegvangen draagt daarmee bij aan het in stand houden van weidevogels zoals de grutto en de kievit.
De provincie doet samen met agrarische collectieven een proef met het vangen en doden van steenmarters om weidevogels te beschermen. Dit voorjaar werden negentien steenmarters gevangen en gedood, vijftien mannetjes en vier vrouwtjes.

De vangst zorgde ervoor dat steenmarters minder weidevogelnesten leeghaalden. Daardoor zijn er in dit gebied fors meer grutto- en kievitkuikens uit het ei gekomen dan de voorgaande twee jaren, geeft Fryslân aan.

Het wegvangen en doden van de steenmarters bij Aldeboarn gebeurt om de weidevogels te beschermen. In 2019 kwamen er fors meer kuikens uit het ei dan in 2017 en 2018. Ondanks dat er een vos en een steenmarter in het gebied aanwezig waren, is 74 procent van de nesten in het gebied uitgekomen. In 2017 was dit nog 39 procent. Van de 107 gemonitorde nesten werden er 28 leeggegeten. In slechts twee gevallen gebeurde dat door een steenmarter, laat de provincie weten.

Uitbreiding proef

De proef met het vangen van steenmarters wordt in 2020 uitgebreid naar nog zeven locaties. Hiermee wordt nagegaan of het vangen van steenmarters ook in deze weidevogelgebieden leidt tot meer kans voor weidevogelkuikens. Uit eerder onderzoek bleek namelijk dat de steenmarter in deze gebieden vaak weidevogelnesten leeghaalt.

Ook wordt volgend jaar de monitoring van weidevogelnesten uitgebreid. De provincie stelt nog vijftig wildcamera’s beschikbaar aan de agrarische collectieven die de monitoring uitvoeren.

Met de wildcamera’s wordt in de gaten gehouden of weidevogelnesten worden leeggehaald en of dat gebeurt door bijvoorbeeld een steenmarter of vos. Ook worden vijf steenmarters voorzien van een gps-zender. Daarmee wordt hun leefgebied in kaart gebracht.

Tussen 2017 en 2019 werden in de Friesland en Groningen al circa 1.000 nesten gevolgd met behulp van wildcamera’s. Het aantal kuikens dat uit het ei kwam loopt erg uiteen in de onderzochte gebieden. Van 21 procent tot meer dan 80 procent. Per gebied verschilt het dier dat de nesten leeghaalt.