Cees Veerman: verandering gaat met lawaai

Oud-landbouwminister Cees Veerman en voorzitter Louise Fresco van Wageningen University & Research hielden onlangs een pleidooi voor agrarische hoofdstructuur. Zij stelden voor gebieden aan te wijzen waar de landbouw ruimte krijgt voor ontwikkeling en innovatie. Veerman ziet het als instrument in een groter geheel.

Cees+Veerman%3A+verandering+gaat+met+lawaai
© Dirk Hol

Waarom heeft u zich geroerd over de landbouw?

'Wij zijn ongerust over de land- en tuinbouw. De focus ligt sterk op de korte termijn: het stikstofprobleem. Dat is begrijpelijk en moet natuurlijk worden opgelost. Maar er liggen grotere vraagstukken achter.

Er staan in Brussel potjes te koken, je wilt niet weten wat er op de landbouw afkomt

Cees Veerman, oud-landbouwminister

'De crisis is een eruptie van een probleem dat dieper zit. Naast de noodzaak om de problemen op korte termijn onder ogen te zien en op te lossen, moeten we oog hebben voor wat erachter zit. Er ligt onvrede bij boeren aan ten grondslag. Die komt voort uit onzekerheid, het gevoel niet mee te tellen, slechte prijzen, aanhoudende kritiek, hardvochtige controles.

'Kortom, boeren voelen zich in de hoek gedreven. En de stikstofcrisis komt daar overheen. Maar dat is meer een aanleiding van de eruptie dan een oorzaak van het probleem.'

Wat is het diepere probleem?

'Het productiemodel van de landbouw loopt tegen de grenzen aan. Nederland is een klein, dichtbevolkt land met een grote exportpositie. Het is geen wonder dat het bij ons als eerste knijpt. Nu is de vraag, hoe gaan we verder?

'De bevolking van steden en platteland raken verder uit elkaar. Er is steeds minder begrip voor de problemen van boeren. Ze krijgen veel ellende te horen. Subsidiehalers, rommelmakers, dierenbeulen. Het hele frame is steeds dat de land- en tuinbouw het probleem is.'


Wat moet er volgens u gebeuren?

'Ons pleidooi is om goed te kijken naar hoe het verder moet met de land- en tuinbouw in Nederland. We trekken een vergelijking met de Staatscommissie voor de Landbouw aan het eind van de negentiende eeuw. Er kwam een vloedgolf van granen uit de VS. Iedereen ging zijn eigen markt beschermen. Nederland deed dat ook, maar keek ook naar de lange termijn. Dat was uniek.

'De staatscommissie heeft aan de basis gestaan van de landbouwkundige kennisinfrastructuur van onderzoek, overheid en onderwijs. Dat heeft ons tot de leidende natie gemaakt op landbouwgebied.'

U pleit eigenlijk voor een nieuwe commissie voor landbouw.

'Wat ik verstandig zou vinden, is dat je een groep mensen aan het werk zet. Geef ze een jaar de tijd en de vraag: 'Wat zouden we kunnen?' Die mensen komen met ideeën die we als samenleving kunnen bediscussiëren. Dan hoeven we geen slagen in de lucht te hebben, zoals 'de veestapel moet de helft kleiner'.

Wordt autoriteit van zo'n commissie geaccepteerd?

'Dat hangt af van de kwaliteit van de analyse die wordt gemaakt. Zijn alle aspecten afgewogen? Zijn ze niet meteen politiek gekleurd? En misschien moet je ook niet alleen landbouwexperts in zo'n commissie willen.

'Als we naar het landschap kijken, hebben we dan een landschapsdeskundige nodig of mensen die kunnen aanvoelen in welke staat de samenleving is, zoals een ecoloog of psycholoog? Kijk wie de ervaring en het gezag heeft om verstandige dingen te zeggen. Kritiek is makkelijk, maar er moet wel wat gebeuren.'

Daar past een agrarische hoofdstructuur in?

'Je zou kunnen denken dat je de land- en tuinbouw en de natuur een duidelijke plek moet geven. In de ecologische hoofdstructuur (EHS) is vastgelegd wat beschermde natuur in Nederland is. Hetzelfde kun je doen bij agrarisch grondgebruik.

'Een agrarische hoofdstructuur zou een instrument kunnen zijn. Het idee is al vaker aangedragen. Of we daarnaartoe moeten, weet ik niet. Maar de essentie van onze bijdrage is de vraag waar het naartoe moet met de landbouw in de komende twintig, dertig jaar. Er staan in Brussel potjes te koken, je wilt niet weten wat er op de landbouw afkomt. Dat zien we aan de Green Deal. Die gaat erin hakken.'

Past agrarische export bij onze toekomst?

'Er is veel voor te zeggen. Het is een bron van welvaart. Het is een van de grote maakindustrieën die we in Nederland hebben. We kunnen niet alleen leven van banken en verzekeraars, transport of recreatie en toerisme.

'Het kan zijn dat in sommige sectoren de maatschappelijke kosten en baten niet meer tegen elkaar opwegen. In het verleden ging dat wel, maar nu denken we daar anders over. We moeten bijvoorbeeld eisen stellen rondom dierenwelzijn. Daardoor maken we kosten, waardoor we ons uit de markt prijzen.

'Moet je overal een wereldmarktgeoriënteerde melkveehouderij kunnen hebben? In bepaalde gebieden is dat misschien niet zo verstandig om te doen, gegeven de andere belangen. Die afweging in ons ruimtegebruik moeten we eens goed tegen elkaar houden.'

Moet de veestapel inkrimpen?

'Dat is ook zo'n vraagstuk. Laten we het onder ogen zien. Als je zegt: 'Er mag geen dier minder in Nederland', dan denk ik dat je jezelf buiten de realiteit plaatst en dat je de greep zal verliezen op hoe het gaat lopen. Laten we ons niet fixeren op de problemen van vandaag, al snap ik heel goed dat het belangrijk is.'


Van wie moet die verandering komen?

'De jonge generatie kan het doen. Geef die jonge boeren de kans en ondersteun ze. Laat je oren niet hangen naar de generatie die minder dan tien jaar wil boeren, die misschien wel het luidruchtigst is en die de meeste moeite heeft met verandering. Verandering zal met lawaai gaan. Het gaat nooit vanzelf. Veranderingen moeten worden afgedwongen.

'Je moet het hebben van de jonge, goed opgeleide mensen die nog een leven voor zich hebben en dat kunnen vormgeven. Die mensen motiveer je niet met politieke praatjes, maar door ze perspectief te bieden.'

'Strikt genomen zou je de Noordzee moeten koelen'
De aangewezen natuurgebieden moeten ook opnieuw worden bekeken, denkt oud-landbouwminister Cees Veerman. Het kan volgens hem simpelweg gebeuren dat de beoogde natuurwaarden, ondanks alle inspanningen, niet reëel zijn. 'Volgens de Habitatrichtlijn hebben we een inspanningsverplichting, geen resultaatverplichting, om de aangewezen natuurgebieden en de daar voorkomende soorten in stand te houden. Als er nou geen stikstofprobleem was, zouden die habitatsoorten dan wel blijven bestaan? Je kunt je voorstellen dat de opgave voor bepaalde natuur door bijvoorbeeld verdroging of een hogere temperatuur überhaupt niet meer in te vullen is in de toekomst.' Als voorbeeld noemt Veerman de Noordzee. 'Kabeljauw komt in de beschermde delen van de zuidelijke Noordzee niet meer voor. De temperatuur van het zeewater is te hoog en daardoor blijft die vis weg. Strikt genomen zou je de Noordzee daar moeten afkoelen. De vraag is dus: waar ligt de redelijkheid van de instandhoudingsopgave?'

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Zondag
    15° / 6°
    20 %
  • Maandag
    13° / 9°
    90 %
  • Dinsdag
    10° / 7°
    65 %
Meer weer