Betere paarden brengen weer geld in het laatje

Dat de paardensector groeit, lijkt te worden tegengesproken door cijfers van het Centraal Bureau voor Statistiek (CBS). Daaruit blijkt dat het aantal paarden en pony's in Nederland gezakt zou zijn van ruim 142.000 in 2010, tot nog geen 88.000 nu. Hetzelfde geldt voor het aantal bedrijven: bijna 15.000 in 2010, nog geen 8.000 nu.

Het schept een vertekend beeld, want deze cijfers geven niet het daadwerkelijke aantal paarden en pony's en paardenbedrijven in Nederland weer, verklaart Cor Pierik van het CBS. 'Het gaat alleen om bedrijven die zich gemeld hebben als landbouwbedrijf, waar ook paarden staan. Bedrijven die geen landbouwtak hebben, maar wel paarden – zoals een manege – blijven bij ons buiten beeld.'

Bovendien is de wijze van registreren in 2016 veranderd. 'Daardoor zijn een aantal bedrijven, en dus de paarden die daar staan, niet meer geregistreerd. Maar die zijn er natuurlijk nog wel.' In werkelijkheid zijn er dus veel meer paarden en paardenbedrijven in Nederland dan uit de CBS-cijfers blijken, beaamt Pierik. Hoeveel precies weet niemand. Als het goed is komt daar in 2021 verandering in met de nieuwe Identificatie & Registratie voor paarden(houders).

Het aantal paarden en pony's in de landbouwtelling neemt sinds 2016 wel weer wat toe. 'Dat kan met de economische opleving te maken hebben', meent Pierik. Dat bevestigt Matthijs Maat, waarnemend voorzitter van de LTO-vakgroep Paardenhouderij. 'In de crisistijd werd er minder gefokt in Nederland. Dat zie je terug in de aantallen geboren veulens bij het KWPN, het grootste Nederlandse paardenstamboek. Tijdens de crisis werden er jaarlijks zo'n 8.000 veulens geboren, nu zijn dat er 10.500.'

Rijpaardenhandel

De handel in rijpaarden is momenteel goed, aldus Maat. 'De echt goede paarden werden altijd al goed verkocht, ook in crisistijd. Het tussensegment is de laatste jaren ook fiks aangetrokken. Mensen hebben meer middelen om een paard te kopen.' Voor een goed jong rijpaard moet je denken aan prijzen vanaf 15.000 euro. Voor echte toppaarden liggen die prijzen nog veel hoger.

Vaak worden de betere paarden verhandeld naar het buitenland. Dat levert volgens Maat wel een probleem op. 'Zeker in de springsport. Te veel goede paarden verdwijnen naar het buitenland. Daardoor is het moeilijk om een Nederlands springteam samen te stellen.'

Veilingen

Op veulenveilingen slaan buitenlandse kopers ook vaak hun slag. 'Goede springveulens uit bewezen stammen brengen hier goed geld op. Dressuurveulens ook wel, maar dan moet het wel echt iets aparts zijn. Kopers gokken niet meer, men wil echt in iets goeds investeren.'

Ook op de paardenmarkt zijn de paarden best te verkopen, weet voorzitter Rinus Bakker van de Centrale Bond voor Paardenhandelaren. 'De vraag is groter dan het aanbod. De prijzen liggen tussen de 2.000 en 4.000 euro.'

Buitenlandse opkopers

Ook hier gaan dieren steeds vaker naar buitenlandse opkopers. 'Particulieren kopen nauwelijks meer op de paardenmarkt. Je wilt een rijpony of -paard toch graag uitproberen, of er röntgenfoto's bij hebben. Dat kan op een markt niet. Daar is de prijs ook niet naar.'

Het koperspubliek wordt sowieso kritischer, ook in de hogere segmenten, stelt Maat. 'Men wil het hele paard röntgenologisch op de foto, ook hals en rug. Er mag niets mankeren aan het dier. Dat maakt de handel wel lastiger.'