Bionext: varken is kringloopdier bij uitstek

Kaptijn sprak woensdag tijdens de Biologische Varkenshouderijdag in Kootwijkerbroek, georganiseerd door de Vereniging Biologische Varkenshouders (VBV). Volgens haar is de biologische sector het voorbeeld voor kringlooplandbouw.

'De overheid zou daar veel van kunnen leren en dat meer mogen waarderen. In plaats daarvan wordt wetgeving vanuit de overheid vaak gemaakt met het oog op de gangbare landbouw. Biologische boeren hebben daar last van omdat hun systeem op heel andere principes gebaseerd is.'

Heikel punt

Voor voorzitter Jeroen Neimeijer van de VBV is dat ook een heikel punt. 'Biologische boeren gebruiken geen stikstofkunstmest. Voor hen is fosfaat vaak de beperkende factor bij het toedienen van dierlijke mest. Doordat je te maken hebt met de verhouding stikstof-fosfaat in de dierlijke metst, blijft daarbij de stikstoftoediening achter.'

Neimeijer wijst erop dat in de biologische sector veel wordt gewerkt met vaste mest. 'Dit heeft een positieve werking op de bodemvruchtbaarheid. De uitspoeling van fosfaat is daardoor veel lager.'

Hoewel varkenshouders zelf vaak geen gewassen verbouwen, hebben ook zij ermee te maken. Neimeijer: 'Als sector willen we de kringlopen sluiten. Biologische akkerbouwers telen voer voor de varkenshouders en sommige ondernemers doen dat ook zelf. We trekken als sector gezamenlijk op.'

Reststromen

Volgens Kaptijn zijn varkens kringloopdieren bij uitstek. Niet alleen doordat het alleseters zijn en reststromen gebruikt kunnen worden als voer, maar ook doordat de mest van varkens zeer nuttig gebruikt kan worden bij akkerbouwbedrijven.

Biologische melkveehouders gebruiken de mest vaak op eigen land. Er ligt dus een kans voor de mest van varkens en pluimvee. Op dit moment is 67 procent van de mest die wordt aangewend op biologische akkerbouwbedrijven van biologische oorsprong. De Skal-norm van 65 procent voor de biologische landbouw wordt dus gehaald. Die wordt om deze reden verhoogd naar 70 procent per 1 januari 2020.

Beperkingen

In theorie zou 87 procent haalbaar moeten zijn als meststromen beter op elkaar worden afgestemd. Ook praktisch zijn er beperkingen. Zo is biologische mest voor veel transporteurs een sluitpost tussen de grote stromen voor mestverwerking en export in het voorjaar.