'Bodemdaling niet overhaast proberen op te lossen'

De gedeputeerde was vrijdagochtend te gast op het melkveebedrijf van de familie Rodenburg in Uitgeest. Daar kwam ze in gesprek met melkveehouders uit de regio en vertegenwoordigers van LTO Noord. Het bedrijfsbezoek was opgezet in het kader van het Veenweideoffensief van LTO Noord. Het hoofdonderwerp was het beperken van bodemdaling met behulp van onderwaterdrainage.

De familie Rodenburg heeft vorig jaar in november op 7,5 hectare onderwaterdrainage toegepast. De afgelopen zomer bleef het veen onder de 20 centimeter dikke kleilaag mooi nat, vertelde Niels Rodenburg. Ze zijn positief over de onderwaterdrainage, maar nu de subsidiebijdrage is verlaagd, wachten ze met uitbreiding van het areaal.

Onderwaterdrainage

Melkveehouder Elmer Kramer uit Assendelft heeft als deelnemer aan het Innovatieprogramma Veen (IPV) ook onderwaterdrainage op zijn bedrijf. Hij is nu bezig met een nieuwe systeem en andere pomp, om het efficiënter en energiezuiniger te maken. Melkveehouder Frank de Wit legde in 2011 al 7 hectare onderwaterdrainage aan. 'Versie 0.0 zeg maar. De resultaten waren mooi, maar de techniek was nog niet klaar. En de urgentie was er nog niet.'

Dat is nu wel anders, maar de haast moet nu ook weer niet worden overdreven. 'Urgent, niet acuut', concludeerde oud-minister Cees Veerman de afgelopen zomer bij de presentatie van zijn rapport over bodemdaling. Een conclusie die gedeputeerde Esther Rommel graag overneemt. Ze was verrast dat de agrarische sector al zo lang bezig is met onderwaterdrainage als methode om de bodemdaling te beperken.

Geen overhaaste beslissingen

Bodemdaling is niet nieuw, stelde Nico Verduin, voorzitter LTO Noord regio West. Er moeten nu dan ook geen overhaaste beslissingen worden genomen om het te beperken of te stoppen. Zaak is nu wel om stappen te zetten en de agrarische sector mee te krijgen.

'Onzekerheid over de toekomst maakt het voor ondernemers lastig om te investeren in wat dan ook. Als we meters willen maken is er vertrouwen nodig en continuïteit. En geld, want de investering moet wel worden terugverdiend.'