'Natuurbeheer geeft boer meer perspectief'

Volgens melkveehouder Stan Boelens (24) uit Zeegse is het met deze praktische uitkomst van zijn onderzoek voor Agrarische Natuur Drenthe makkelijker om nieuwe deelnemers te werven.

'De motivatie om wel of niet deel te nemen aan het Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer (ANLb), was nog niet in kaart gebracht. Mijn onderzoek brengt daar wat meer helderheid in', zegt de pas afgestudeerde aan Hogeschool Van Hall Larenstein in Leeuwarden.

Vooroordelen

Als het om agrarisch natuurbeheer gaat, zijn er nog steeds veel melkveehouders die er nog niet het fijne van weten, stelt Boelens vast. Uit de gesprekken die hij voor zijn onderzoek met niet-deelnemers voerde, bleek als snel dat er behoorlijk wat vooroordelen heersen.

'Het grootste vooroordeel was: het levert niets op. Maar het mooie is: als je eraan gaat rekenen, blijkt dat bij randenbeheer in maisland of botanisch beheer van grasland, er wel degelijk een positief saldo uitrolt. Al gauw zo'n 1.000 euro per hectare agrarisch natuurbeheer.'

Kosten

Dat boeren dat niet snel zien, komt volgens Boelens omdat zij vaak vergeten dat het randenbeheer weinig werk en kosten met zich meebrengt en minder dan de reguliere gras- of maisteelt op het perceel. 'Deze kosten besparen ze. En de arbeidsbesparing zie je niet terug in de boekhouding. Vervolgens komt er ook nog een grote beloning voor terug.'

Botanisch beheer van grasland is in de praktijk vrij gemakkelijk te integreren in de bedrijfsvoering, blijkt uit de gesprekken met deelnemers.

'Het heeft weinig invloed op de bedrijfsproductie: met tot 25 procent botanisch gras in de kuil blijven de koeien ongeveer evenveel melk geven. De vergoeding is dan wel lager dan bij akkerrandenbeheer, maar dat is ook logisch: er is minder derving van het gewas.'

Mindere stukken

De motivatie om deel te nemen, is voor veel boeren drieledig, stelt Boelens vast. Ten eerste financieel, omdat ze zo bijvoorbeeld mindere stukken van hun land meer rendabel kan maken. Een andere reden is een meer ideële: ze helpen de natuur vooruit. Dat spreekt steeds meer boeren aan, ook omdat ze inzien dat een rijkere biodiversiteit positief uitwerkt op hun eigen teelten. De laatste reden is dat het bijdraagt aan een positief imago van het bedrijf en de agrarische sector.

'Het grootste obstakel dat melkveehouders in Drenthe eigenlijk nog tegenhoudt om deel te nemen aan het ANLb, is de locatie waar zij zitten.' De 11 procent van de Drentse melkveehouders die nu aan ANLb-beheer doen, is in de ogen van Boelens nog veel te weinig. 'Wat meespeelt, is dat ze een informatieachterstand hebben.'

Economische waarde

Omdat veel afzetcoöperaties nu ook programma's ontwikkelen die natuurbeheer stimuleren, krijgt agrarisch natuurbeheer gaandeweg meer economische waarde, stelt Boelens vast. 'Agrarisch natuurbeheer geeft boeren zo steeds meer perspectief.'