Rendement doordragers kan verder omhoog

In het verleden waren bijna alle Nederlandse aardbeien junidragers, waarvan de Elsanta het bekendste ras is. Deze planten geven aardbeien in een periode van zes tot acht weken in mei, juni en juli. Doordragers leggen daarentegen niet alleen trossen aan bij de plantopkweek, zoals junidragers, maar ook tijdens de productieteelt zelf.

Dit zorgt voor een langere teeltperiode, die het mogelijk maakt om te oogsten van eind mei tot eind september. Vroeger hadden doordragers de naam dat ze niet voldoende kilo's opleverden en niet lekker genoeg waren.

Nieuwe rassen

Sinds het eerste decennium van deze eeuw zijn nieuwe rassen doordragers op de markt gekomen die wel een goede smaak en een hogere opbrengst hebben, zoals Furore, Favori en Altess. De teelt heeft vervolgens een vlucht genomen door de ontwikkeling van methodieken die de teelt van doordragers rendabel hebben gemaakt.

Desondanks valt in de doordragerteelt nog veel te verbeteren om het rendement te verhogen. Op de kwekerij van Peter Lemmen en Liesbeth Beijes in Egchel doet tuinbouwadviesbureau Delphy met hun Berry Plaza proeven, onder andere om de teelt van doordragers op stellingen te optimaliseren.

Vlak arbeidspatroon

Een van de uitdagingen voor kwekers van doordragers is de arbeidsbehoefte. Nu het steeds lastiger is om arbeidskrachten te vinden en de kosten daarvan stijgen, is een zo vlak mogelijk arbeidspatroon wenselijk.

Normaal gesproken zijn bij doordragers productiepieken te verwachten tijdens de eerste flush van week 23 tot 26, waarna een dip in de productie optreedt voor de oogst van de tweede of de derde flush. Het productieprofiel is afhankelijk van ras, planttype en teeltomstandigheden. Om daarvan optimaal gebruik te kunnen maken, doet Delphy zelf of in opdracht van partners proeven met bemestingsstrategieën, gewasonderhoud en de inzet van plantversterkers.

Met producten van meststoffenfabrikant Mivena heeft Delphy in 2018 aan het ras Favori drie verschillende stikstofgiften toegediend op het trayveld. In februari 2019 is hiervan het eerste deel geplant, wat bij een hogere stikstofgift leidde tot een toename van het aantal 'neuzen' per plant.

'Rare trend'

'Toch zagen we daarin een rare trend', zegt onderzoeker Bart Jongenelen van Delphy. 'De zwaarst bemeste planten gaven in de eerste flush de laagste opbrengst. Dat kan komen doordat ze door de dubbele afdekking weinig licht hebben gekregen, terwijl de energiebehoefte groter was ten opzichte van de andere planttypen.'

Bij de tweede planting eind maart heeft Delphy zonder dubbele afdekking gewerkt. Daarbij gaven de zwaarst bemeste planten de hoogste eerste flush en kwamen ze bij de tweede flush als laatste terug. Jongenelen concludeert daaruit dat het mogelijk is om het oogstprofiel te beïnvloeden door de omgevingsomstandigheden en het planttype te variëren.

Spelen met plantdata

Bij een ander experiment is gekeken naar het productieprofiel van acht verschillende planttypes. Het ging daarbij om de rassen Favori en Murano in trays en minitrays en overwinterde, gekoelde planten, frigo's, die al dan niet voorgetrokken waren. De verschillende planttypen lieten verschillende productieprofielen zien, wat bedrijven de mogelijkheid geeft om te spelen met de plantdata en -types. Op basis daarvan kunnen ze inschatten welke aardbeien ze wanneer kunnen oogsten.

In het onderzoek naar het effect van plantversterkers heeft Delphy proeven met het ras Favori in minitrays gedaan. Dit jaar ging het daarbij onder andere om de nieuwe meststof Nutricin van PlantoSys uit Lochem, waarin salicylzuur, silicium en zeewierextract zijn verwerkt naast een mix van sporenelementen. Behandeling met dit middel gaf een vlottere beworteling en een hogere opbrengst van 150 gram per meter, wat met 2 procent een noemenswaardige toename is. Dit is een tussentijds resultaat in een langduriger testtraject.

Ellepot hogere productie

Delphy heeft ook geëxperimenteerd met de Ellepot, een uit Denemarken afkomstige paperplug die meer luchtruimte biedt dan de minitray. Hiermee bleek de totale productie hoger te zijn, doordat daarmee de eerste flush langzamer terugliep. Met de paperplug was er ook een lager dieptepunt in de productie per week tussen de eerste en tweede flush, dan met de minitray.

Volgens de onderzoeker van Delphy zijn meer testen nodig om de oorzaak hiervan te achterhalen en het resultaat te reproduceren. Al met al bieden de experimenten meer inzicht in de mogelijkheden om tot een overall vlakker arbeids- en productieprofiel te komen. 'Dat hoeft niet direct hogere opbrengsten te betekenen, maar zou wel moeten leiden tot betere bedrijfsresultaten', stelt Jongenelen.