Vlas laat dit jaar mooie opbrengstcijfers zien

De vlasteelt in Nederland is een bescheiden teelt, maar verwacht dit jaar mooie opbrengstcijfers te kunnen overleggen. Waar in andere Europese productielanden het areaal stijgt, neemt dat in Nederland nauwelijks toe. 'Vlastelers lopen veel risico en het is geen gemakkelijke teelt', verklaart Ton Wouda, plaatsvervangend voorzitter van Vlasenhennep.nl.

Vlas+laat+dit+jaar+mooie+opbrengstcijfers+zien
© Camile Schelstraete

Ton Wouda, preses van de belangenvereniging voor de vlasteelt, erkent dat de vlasteelt in Nederland bescheiden is. Het areaal beslaat 2.232 hectare (CBS 2018), een halvering ten opzichte van de eeuwwisseling (4.379 hectare in 2000). Het aantal telers is gedaald tot 200 tot 250, schat Wouda.

'Vlastelers lopen veel risico. Het is geen gemakkelijke teelt. Het gewas staat maar honderd dagen op het veld en de uitzaai (idealiter tussen 15 maart en 15 april) is cruciaal. Kort na het zaaien is een regenbuitje nodig voor een mooie opkomst. Je ziet ook dat het weer de opbrengsten flink beïnvloedt. In 2017 was het te nat, in 2018 te droog, met in beide jaren bruto-opbrengsten die rond de 4.000 kilo per hectare lagen.'

Hoog vezelpercentage

Dit jaar verwacht de plaatsvervangend voorzitter van Vlashennep.nl opbrengsten tussen de 6.500 en 8.000 kilo per hectare met een hoog vezelpercentage tussen de 23 en 25 procent. 'Daarbij liggen de opbrengsten op de zavelgronden iets hoger dan op de zware kleigronden, waar de opkomst met de aanvankelijke droogte lastiger was.'

Vlasteelt is een goede voorvrucht voor uien bijvoorbeeld

Ton Wouda, plaatsvervangend voorzitter van Vlasenhennep.nl

Dat beeld bevestigt Wim van de Ree, vlasteler op 30 hectare, met percelen in Zaamslag en Philippine. De 'oude rot' in het vak – hij teelt vlas sinds de jaren zeventig – weet uit ervaring dat de teelt weersafhankelijk is. 'Dit jaar viel meteen na het zaaien op tijd regen, maar daarna volgde een droge, koude periode, waardoor de groei stilviel. In juni kwam er regen, maar niet overal.'

Oogstverschillen

Dat leidt tot opmerkelijke oogstverschillen. Zo lopen de opbrengsten in Zaamslag en Philippine flink uiteen: amper 4.000 kilo in Zaamslag tot 7.000 kilo in Philippine, terwijl de plaatsen hemelsbreed maar 8 kilometer uiteenliggen. Van de Ree: 'Tussen beide plaatsen stroomt het Kanaal van Gent naar Terneuzen. Dat stremt de buien.'

Het vlas is bij Wim van de Ree geoogst. Hij zag de bruto kilo-opbrengsten per hectare variëren van 4.000 tot 7.000 kilo.
Het vlas is bij Wim van de Ree geoogst. Hij zag de bruto kilo-opbrengsten per hectare variëren van 4.000 tot 7.000 kilo. © Camile Schelstraete

Het tekent de gevoeligheid van de oogst. 'Je moet er hier wel feeling voor hebben. Gelukkig is het lint mooi blauw en is de trekkracht en dus de kwaliteit dit jaar goed.'

Toepassingen

Vlas is een gewas met verschillende toepassingen. Bij de oogst wordt eerst de zaadbol verwijderd en eenmaal ontdaan van kaf, gezeefd en geschoond. De beste kwaliteit wordt daarna als zaaigoed gebruikt, met als belangrijkste aanbieders Limagrain en Van de Bilt. Het overige zaad wordt verwerkt tot lijnolie als grondstof voor onder meer verf, drukinkt, zeep, voedings- en geneesmiddelen.

Maar vlas wordt vooral geteeld voor de vezel in de stengel van de plant, die als basis voor linnen dient. Wat meer houtige stengeldelen worden gebruikt voor bouwplaten, papier, stalstrooisel, bodembedekker of biomassa.

Kleding

Tot linnen verwerkt Europees vlas gaat als halfproduct naar vooral China en India om als volwaardig kledingstuk retour te komen. Beide landen nemen 85 procent van al het Nederlandse vlas af. De rest wordt verwerkt in Europa, van linnen wanddecoratie tot (auto)stoelbekleding.

Omdat er in 2017 minder werd geproduceerd én de voorraden vlas opraakten, steeg de prijs sindsdien flink. Waar de bruto kilo-opbrengst in 2010 nog op 1,10 euro lag, steeg deze in 2017 en 2018 naar respectievelijk 2,20 en 3,00 euro. Wouda verwacht dit jaar zelfs een nog hogere prijs: '3,50 tot 3,80 euro. Kwestie van vraag en aanbod.'

Frankrijk en België

Waar in Nederland sinds 2000 het areaal aan vlas is gehalveerd, vertonen de beide andere belangrijke Europese productielanden – Frankrijk en België – een stijging van het areaal. In België nog beperkt van 12.000 hectare in 2010 tot zo'n 16.000 hectare in 2019, waar Frankrijk sinds 2015 het areaal zag verdubbelen van 60.000 hectare naar 120.000 hectare.

Die vergroting van het areaal – ook in Frankrijk aan de westelijke kuststrook – houdt vooral verband met de dalende (wereld)marktprijzen voor de in die regio veel geteelde suikerbieten. 'Die boeren zoeken alternatieven', verklaart Wouda.

Dubbeldoeltelers

In Nederland zijn vrijwel alle vlastelers 'dubbeldoeltelers' – vlasteelt voor zowel vezel als zaad – en geconcentreerd in Zuidwest-Nederland. Volgens de plaatsvervangend voorzitter van Vlasenhennep.nl is die concentratie logisch. Hij wijst op de benodigde oogstmechanisatie met specifieke machines zoals vlastrekkers, keerders en oprollers.

'Als je dat als verdwaalde teler allemaal zelf moet regelen, is de teelt bijna niet rendabel te krijgen.' Ook logistieke redenen zijn een extra reden voor de concentratie in Zuidwest-Nederland: al het Nederlandse vlas wordt verwerkt door bedrijven in Zeeuws-Vlaanderen en net over de Belgische grens.

Bouwplan

Hoewel vlasteelt door de lagere graanprijzen interessanter is geworden, is de teelt niet voor iedereen weggelegd. 'Wel voor boeren in Zuidwest-Nederland, maar dan moet de teelt in het bouwplan passen. Zo is het een goede voorvrucht voor uien bijvoorbeeld.'

Dat beaamt Van de Ree. 'Vlasteelt hoort bij ons bij het bouwplan. Een blok vlas levert nu meer op dan tarwe. We mogen niet mopperen.'

Van uitzaai tot ronde balen vlas van 100 kilo
De vlasteelt is een relatief korte teelt. De meest voorkomende zaaiperiode is van 15 maart tot 15 april, waarbij met een graanzaaimachine 110 tot 130 kilo zaaizaad per hectare wordt gezaaid.
Vlas groeit het best op 15 tot 35 procent afslibbare gronden. Na ongeveer zes weken is het vlas 10 à 15 centimeter om vervolgens in twee weken een groeispurt te maken van 70 tot 80 centimeter. Belangrijk in dit stadium is het voorkomen van vraatschade, bijvoorbeeld door aardvlooien. Vraatschade beschadigt de hoofdstengel, waardoor meerdere, fijnere zijstengels ontstaan. Ongewenst, omdat een sterkere, lange vezel meer waard is dan een korte vezel. Ongeveer honderd dagen na het zaaien is het vlas rijp. Het vlas wordt allereerst gerepeld, waarbij het gewas van de zaadbol wordt ontdaan. Dan is het tijd om de plant met wortel en al uit de grond te trekken – in vaktermen: te 'slijten' – met een plukmachine. Het uit de grond getrokken vlas wordt in stroken vlak op de grond gelegd. Op de grond is het de bedoeling dat het 'veldroot-' of 'dauwrootproces' start. Het vocht op de akker, van dauw of regen, moet ervoor zorgen dat de bast gaat rotten. Voor een egale rotting wordt de laag vlas op het land eenmaal omgedraaid. Het rootproces is variabel van lengte, afhankelijk van het weer. Als de vezels ver genoeg zijn geroot, wordt het vlas opgerold in ronde balen en zijn ze gereed om naar de zwingelturbines te gaan. Zwingelturbines zijn snel tegen elkaar in draaiende molens met metalen latten die tegen de vezel slaan om zo de barst rond de vezel te breken en los te maken van de vezel. Daarna wordt de vezel in ronde balen geperst van ongeveer 100 kilo.

Bekijk meer over:

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Vrijdag
    6° / 0°
    85 %
  • Zaterdag
    4° / 0°
    90 %
  • Zondag
    15° / 6°
    85 %
Meer weer