Nederlandse boeren boeken succes in Brazilië
Veel Nederlandse boeren vertrokken in de jaren veertig en vijftig naar Brazilië. De daar gestichte kolonies groeiden uit tot welvarende agrarische gemeenschappen die nu leveren aan de wereldmarkt. Het tropische avontuur verliep niet voor iedereen even succesvol.
Willy van Lieshout weet het nog goed, want het is nog niet zo lang geleden dat hij met een pico-pão met de hand mais zaaide. Secuur werk, korrel voor korreltje. Met een paard werd er geploegd, werden geulen getrokken en geschoffeld.
De boerenzoon uit Wijchen was 21 jaar, toen hij in 1958 naar Brazilië emigreerde. Thuis op het boerenbedrijf hadden zijn ouders geen plek voor al hun dertien kinderen. Enkele broers en zussen van hem zaten al in het buitenland, dus besloot Van Lieshout ook te gaan. Brazilië zou hem nieuwe kansen bieden.
Holambra
In eerste instantie vertrok de boerenzoon naar Holambra, waar tien jaar eerder Nederlandse immigranten al een grote agrarische kolonie hadden gevestigd. Hij kocht 17 hectare van de coöperatie en begon met rijst, tarwe en mais. 'We probeerden gewoon maar wat en keken welk gewas aansloeg en welke niet.'
De realiteit daar stond heel ver weg van onze droom
Toch voelde Van Lieshout zich niet thuis in de Nederlandse kolonie. 'De gemeenschap was te gesloten, te conservatief. Ik kwam daar en het leek net of de tijd tien jaar had stilgestaan. De kleding, de opvattingen van de mensen over het dagelijks werk, over de kerk. Ze dachten te bekrompen in mijn ogen.'
Não-Me-Toque
Wel vond Van Lieshout er zijn vrouw, Betsie. Ze trouwden in 1961 en vertrokken naar Não-Me-Toque, een andere Nederlandse gemeenschap, ruim 1.000 kilometer naar het zuiden. Daar was nog ruimte om een boerenbedrijf te laten groeien en de gemeenschap was er vrijer. Er was geen coöperatie, van wie je afhankelijk was.
'We huurden eerst 25 hectare, waar we mais, tarwe en soja teelden. Enkele jaren later konden we uitbreiden en kochten we 120 hectare verder weg. Ondertussen was de import van tweedehandsmachines op gang gekomen en we voerden kunstmest aan via havenstad Porto Alegre. Langzamerhand ontstond er een goed draaiend boerenbedrijf.'
Het bedrijf is nu in handen van zijn twee zoons. Het is 1.000 hectare groot en ligt in de deelstaat Goiás. Zelf woont Van Lieshout nog in Não-me-toque, maar hij zal, als hij vanaf juli voorzitter van de Boerenbond af is, vaker op het bedrijf zijn.
Beginjaren
De beginjaren in Brazilië waren moeilijk voor Nederlandse emigranten. Ze spraken de taal niet, kenden de Braziliaanse cultuur niet en velen waren niet opgewassen tegen het tropische klimaat.
Teodora Lutkemeijer emigreerde in 1950 met haar familie naar Não-Me-Toque. 'We kwamen met niets anders dan onze winterjassen en onze naaimachine aan', vertelt ze.
Harde tijd
'We zijn hier opgevangen door Duitsers en de paters, die hier al enkele generaties leefden. Mijn vader begon met het telen van aardappelen en reed zelf naar de markt om ze daar te verkopen. Door het klimaat waren er veel ziektes. Kinderen zaten onder de bloedzweren. Het was een harde tijd.'
Lutkemeijer zelf is met een man van Duitse afkomst getrouwd en werd later burgemeester van het stadje. Ze runnen nu een bedrijf van 900 hectare en hebben zes medewerkers in dienst.
Geen toekomst
Kees Schoenmaker herkent de verhalen. In 1959 kwam hij als oudste van elf kinderen met zijn ouders mee vanuit West-Friesland naar Holambra. Zijn ouders, die een tulpenbedrijf hadden, zagen geen toekomst in Nederland voor hun kinderen en besloten te emigreren.
Schoenmaker was zestien jaar. 'De eerste tien jaar was het echt bikkelen', herinnert hij zich. 'We kwamen daar op 28 oktober 1959 aan. Zaaitijd. Eerder hadden mijn ouders al geld overgemaakt naar de coöperatie om in te zaaien, maar toen we daar aankwamen, bleek dat er niets gebeurd was. De realiteit daar stond heel ver weg van onze droom.'
Gladiolen
Zijn vader kocht een bedrijf van 40 hectare en begon met mais, katoen en droge rijstteelt. Halverwege de jaren zestig kwam de teelt van gladiolen op gang. 'Daar zagen wij wel brood in', zegt Schoenmaker.
'De coöperatie zag dat anders. Zij stelde dat we eten nodig hadden, geen bloemen. In 1968 zijn we uit de coöperatie gestapt en hebben we met enkele andere bedrijven een nieuwe coöperatie opgericht. Toen zijn we langzamerhand met ups en downs gaan groeien.'
Bekendste ondernemer
In Holambra is Schoenmaker nu misschien wel de bekendste ondernemer van Nederlandse afkomst, die zijn bedrijf, Terra Viva, succesvol heeft weten uit te bouwen. Dat bestaat uit zes locaties van in totaal 8.000 hectare aan tuin- en landbouwgewassen. Hij heeft zes jaar geleden afscheid genomen. De derde generatie staat nu aan het roer.
Toch hebben lang niet alle immigranten een succesvol bedrijf weten op te zetten. Halverwege de jaren zestig zijn veel Nederlanders teruggekeerd. Zo is 50 procent van de Nederlandse immigranten uit Não-me-toque vertrokken en zelfs twee derde uit Holambra.
Onhoudbaar
'Het was voor sommigen onhoudbaar', zegt Van Lieshout. 'Het lukte hun niet een florerend bedrijf op te zetten of hun dochters konden niet aan een man komen. Ikzelf wilde het eerst een jaar of vijf proberen. Alleen als er geen toekomst zou zijn voor mijn kinderen, zou ik terugkeren, maar ze zijn alle vijf goed terechtgekomen.'
Bekijk meer over:
Lees ook
Marktprijzen
Meer marktprijzen
Laatste nieuws
Nieuwste video's
Kennispartners
Meest gelezen
Nieuw op MechanisatieMarkt.nl
-
T7.200 Auto Command CVT
Gebruikt, € 69.750
-
Fella TH13010 getrokken schudder
2012, P.O.A.
-
VTM GM1250-2/7 Mestvork
Gebruikt, P.O.A.
-
Stiga PARK 500
Nieuw, P.O.A.
Vacatures
Projectmedewerker BoerenNetwerk - Zet je in voor natuurinclusieve landbouw!
Wij.land - Abcoude (De Ronde Venen)
Onderzoeksassistent maisteelt
Wageningen University & Research - Lelystad
Docent veehouderij
Landstede MBO - Raalte
Meewerkend bedrijfsleider (m/v) op een modern en ondernemend melkschapenbedrijf
ATT Agro - Den Burg, Texel
Bestuurslid met voorzitterskwaliteiten
Coöperatie Natuurrijk Limburg - NL
Weer
-
Zondag15° / 6°20 %
-
Maandag13° / 9°90 %
-
Dinsdag10° / 7°65 %