Landen buiten Europa kopen minder pootgoed

Vanuit Nederland is tot eind februari 454.000 ton pootgoed geëxporteerd. Dat is 43.000 ton minder dan vorig jaar op hetzelfde peilmoment. Vooral de export naar bestemmingen in Afrika en Azië blijft achter ten opzicht van het afzetseizoen 2017-2018. Dit blijkt uit de exportcijfers voor pootgoed van de Nederlandse Aardappelorganisatie (NAO).

Richting Azië is zo'n 18.000 ton minder pootgoed van oogst 2018 afgeleverd. Vooral Irak, Syrië en Bangladesh blijven achter in de exportvolume. Vorig jaar was Azië goed voor een export van 123.000 ton pootgoed, dat was toen 15 procent van de totale export.

Achterstand

Landen in Afrika hebben dit seizoen tot dusver 45.000 ton pootaardappelen minder aangekocht dan vorig jaar tot en met februari. De achterstand in de export wordt vooral veroorzaakt door Algerije, Egypte en Marokko. Van oogst 2017 werd nog ruim 190.000 ton naar het Afrikaanse continent verkocht.

De handel van pootgoed naar Europese bestemmingen komt dit jaar vroeger op gang. Dat is ongetwijfeld een gevolg van de beperkte beschikbaarheid van goed uitgangsmateriaal dit jaar. Tot eind februari is 211.000 ton pootgoed verkocht binnen Europa, dat is 24.000 ton meer dan vorig jaar.

Exportvolume

Grote afnemers in België, Duitsland, Frankrijk en Spanje willen dit jaar eerder hun pootgoed vastleggen dan in andere jaren. Normaal wordt tussen 50 en 60 procent van het Nederlandse exportvolume naar Europese landen verkocht.