Edelhertenregeling voor Veluwse boeren

Sinds 2011 heeft een groep boeren rondom deze plaatsen veel overlast van de edelherten. Dat komt doordat er te veel dieren zijn. Het lukt volgens de provincie niet goed om het aantal dieren te verminderen. Daardoor is er sprake van steeds terugkerende schade.

De automatische taxatie wordt uitgevoerd door BIJ12. Daarnaast hoeven de boeren geen eigen risico te betalen. De schadevergoeding wordt uitbetaald door middel van een hectaretoeslag, zoals dat ook gebeurt in bijvoorbeeld de ganzenrustgebieden.

De provincie benadrukt dat de regeling te maken heeft met de bijzondere situatie in het gebied, ook wel de ‘agrarische enclave’ op de Veluwe genoemd. ‘Het aantal edelherten in de omliggende gebieden is te hoog, dat maakt het probleem extra groot. We vinden dat daar ook wat aan moet gebeuren, maar daar kunnen de boeren niet meer op wachten.’

Evenwicht zoek

Volgens gedeputeerde Peter Drenth (CDA) is het evenwicht in het gebied zoek. ‘Tussen de maatschappelijke belangen, waarbij het gaat om de natuur en aan de andere kant de economische belangen van boeren die een boterham met hun bedrijf moeten verdienen. In dit geval is een kleine groep boeren daarvan het slachtoffer. Daarom maken we voor hen een uitzondering.’

Het plaatsen van hekken of rasters is volgens de provincie geen oplossing. Daarnaast vindt het provinciebestuur het ook geen goed idee omdat in natuurgebieden dieren juist gemakkelijk van het ene naar het andere deel moeten kunnen.

Erkenning voor de schade

Melkveehouder Jan Overeem heeft zijn bedrijf in het gebied en is blij met de tegemoetkoming van de provincie. ‘Het is een erkenning voor de schade waar wij al jaren mee te maken hebben. Er gaat ontzettend veel tijd zitten in de aanvragen. Je moet bijvoorbeeld telkens met de taxateur op pad. Het was voor ons een hele strijd. Ik verwacht dat we hierdoor veel minder administratieve lastendruk zullen hebben. Het is ook een verdienste van LTO Noord die dit telkens onder de aandacht van de provincie heeft gebracht.’

De monitoring van de schade vindt plaats vanaf begin maart tot eind oktober. De boeren krijgen de schade van zowel de voorjaarssnede, zomersnede en najaarssnede vergoed.

Schade door andere diersoorten, bijvoorbeeld dassen en wilde zwijnen, wordt ook in het taxatierapport genoteerd. Hiervoor kan, als de bestrijding goed wordt uitgevoerd, ook een tegemoetkoming voor worden verleend. De vergoeding geldt alleen voor grasland en bedraagt 50 euro per schadehectare.