Weersextremen en vanggewas uitdagingen voor maisteler

Weersextremen lijken gangbaar te worden. Maistelers kunnen aan verschillende knoppen draaien om de risico's daarvan te verkleinen, bijvoorbeeld door een vroeg maisras te zaaien. Telers op zand- of lössgrond krijgen er dit jaar nog een nieuwe uitdaging bij: de verplichting om vóór 1 oktober een vanggewas te zaaien.

Weersextremen+en+vanggewas+uitdagingen+voor+maisteler
Limagrain
© Limagrain

Het superdroge jaar 2018 ligt bij maistelers nog vers in het geheugen. Weersextremen lijken wel gangbaar te worden. 'Die kun je niet voorkomen', zegt productmanager Jan Roothaert van Limagrain. 'Je kunt wel maatregelen nemen om het risico van opbrengst- en kwaliteitsverlies zo klein mogelijk te maken.'

Eén manier om risico's te verkleinen is het zaaien van een (zeer) vroeg maisras. 'Die zijn het meest bedrijfszeker', stelt hij. 'Want die rassen leggen vroeg in het seizoen, meestal voordat het droog wordt, hun kolf en pluim aan. Vooral in 2018 hadden ze daardoor een veel betere kolfontwikkeling dan latere rassen. Maar ook in koele en minder zonnige seizoenen worden ze dankzij hun vroege eigenschappen toch goed rijp en geven zo een optimale voederwaarde-opbrengst.'

Een ander voordeel van (zeer) vroege rassen is dat een vroege maisoogst minder kans geeft op legering, ziekten en structuurschade.

Overleg tijdig met je loonwerker over de opties bij het vanggewas

Jan Roothaert, productmanager Limagrain

Opbrengst 5 procent hoger

Een effectief hulpmiddel om het risico van weersextremen te verkleinen, is de biologische zaadcoating Starcover. Die stimuleert de wortelgroei en de opnamecapaciteit van de wortels. Als de coating in aanraking komt met vocht, ontstaat een korstje dat de gekiemde maiskorrel prikkelt om meer fijne haarwortels te maken, met behulp van een groeiverbeteraar die in de coating zit.

Vervolgens worden de wortelknobbelbacteriën in de coating actief. Door een wisselwerking met de haarwortels scheiden ze onder andere het enzym fytase af, dat bodemgebonden fosfaat opneembaar maakt. Dat komt goed van pas bij de krappe bemestingsnormen. Dankzij de betere beworteling is de plant bovendien beter in staat om vocht op te nemen en dus beter bestand tegen droogte.

Uit eigen onderzoek van Limagrain op 156 locaties in Nederland en in andere Europese landen en uit proeven van de Hogeschool Gent (België) blijkt dat mais met Starcover gemiddeld 5 procent meeropbrengst geeft.
Limagrain introduceerde Starcover in 2018 in Nederland. Voor seizoen 2019 is het beschikbaar op acht rassen. Het zaadbedrijf zet sterk in op organische zaadcoatings. Roothaert voorspelt dat in de toekomst ook bijvoorbeeld middelen tegen plagen zoals ritnaalden en vogelvraat in de coatings zitten. Dat biedt onder andere een goed alternatief voor Mesurol, dat waarschijnlijk alleen nog in 2019 is toegestaan.

Nederlandse maistelers kunnen bovendien meeliften op het droogteresistentieprogramma van Limagrain: Hydraneo. Daarin onderzoekt de zaadfirma welke rassen goed passen in droge gebieden, zoals in Zuid-Europa.
De mate van resistentie tegen droogte kan voor telers een argument zijn bij de rassenkeuze, vooral op droogtegevoelige percelen waar beregening niet mogelijk is. LG 30.215 is een ras dat beter tegen droogte kan.

Vanggewas voor 1 oktober

Niet alleen de weersextremen vormen een uitdaging. Dit jaar komt daar een uitdaging bij voor telers op zand- of lössgrond, namelijk de verplichting om vóór 1 oktober een vanggewas te zaaien. Roothaert adviseert telers om zich daar goed op voor te bereiden.
Er zijn drie mogelijkheden. De eerste is inzaai van een (zeer) vroeg maisras. De opbrengsten van de nieuwe (zeer) vroege rassen zijn steeds beter en doorbreken soms al het niveau van middenvroeg-late rassen.

Roothaert: 'Kiezen voor een middenvroeg-laat ras vanwege een hogere opbrengst is geen argument meer.' Hij noemt als voorbeeld het nieuwe zeer vroege ras LG 31.205, dat op de Rassenlijst een voederwaarde- en drogestofopbrengst heeft van 103. Met een opbrengst van 22.500 KVEM per hectare scoort het ras hoger dan veel middenvroeg-late rassen.

De kans om zulke vroege rassen met behoud van opbrengst vóór oktober te oogsten is aanmerkelijk groter dan bij latere rassen. Roothaert adviseert om dit vooral te doen op goede, hoger gelegen percelen, die op tijd zijn gezaaid.
Bij latere zaai of bij een trage beginontwikkeling is het mogelijk het vanggewas al te zaaien als de mais het 5 tot 6-bladstadium heeft bereikt. Speciaal hiervoor heeft Limagrain het nieuwe mengsel LG Onderzaai samengesteld.

Tot slot is er de optie van directe zaai van het vanggewas, tegelijk met de mais. Het heeft voordelen als er geen vanggewas tegelijk met de mais groeit. Dan heeft de mais er ook geen concurrentie van. Maar het grootste knelpunt is de planning: voor een loonwerker is het omslachtig om bij het spuiten rekening te houden met verschillende vanggewassen op verschillende maispercelen.

Loonwerkers

Voor loonwerkers wordt de logistiek sowieso ingewikkelder. Dat begint bij het zaaien. In een korte tijd moet niet alleen alle mais de grond in, maar ook alle verschillende groenbemesters. Ook de oogst is een uitdaging. Want iedereen die geen vanggewas heeft ondergezaaid, wil kort vóór 1 oktober de mais oogsten. Dat kan niet overal tegelijk.

Roothaert merkt dat veel telers hier nog weinig mee bezig zijn. 'Die dreigen straks in de fuik te lopen: geen goed vanggewas en vermoedelijk een korting op betalingsrechten. Overleg daarom tijdig met je loonwerker wat mogelijk is, bij zaaien, gewasbescherming en oogsten. Dat voorkomt dat je straks allebei teleurgesteld bent. Bespreek meerdere opties, zoals het zaaien van een (zeer) vroeg ras op hogere percelen en het zaaien van een vanggewas in 5 tot 6-bladstadium op andere percelen. Dan ben je goed voorbereid.'

• Klik hier voor meer informatie

Meer VEM dankzij hoge plantverteerbaarheid
De plantverteerbaarheid levert een belangrijke bijdrage aan de totale opbrengst van VEM en energie, vertelt productmanager Jan Roothaert van Limagrain. De helft van wat je inkuilt, is geen kolf maar restplant. Daarom moet ook de plantverteerbaarheid goed zijn', legt hij uit. 'Het gaat om de energie uit zetmeel én celwanden. Daar zetten we met onze rassen zwaar op in. Want elke kilo VEM die je zelf meer oogst, hoef je niet aan te kopen. Dat is winst. Daarom is het belangrijk om te kiezen voor rassen met een maximale KVEM-opbrengst, met een goed zetmeelgehalte én hoge plantverteerbaarheid. Je herkent ze aan het LG Animal Nutrition voederwaardepredikaat. Die passen ook in de kringlooplandbouw, die minister Schouten voor ogen heeft. Hoogwaardig ruwvoer van eigen land heeft een spilfunctie in de kringlooplandbouw.' Een betere benutting van de restplant geeft ook minder mest én het bespaart op voerkosten, die gemiddeld zo'n 20 procent zijn van de kosten op een melkveebedrijf. Roothaert merkt dat er soms misverstanden zijn over plantverteerbaarheid. 'Een goede vertering is niet hetzelfde als een snelle vertering. Een goede vertering geeft juist een efficiënte benutting en minder kans op pensverzuring.'

Limagrain

Limagrain Nederland BV is een toonaangevende onderneming in de veredeling, productie en verkoop van landbouwzaaizaden. Met toonaangevende rassen onder het LG...

Lees verder »

Meer van Limagrain

Lees ook

Meer artikelen van Limagrain »

Artikelen over Limagrain