Gelderse interesse voor notenteelt

De organisatie moest vanwege de belangstelling de aanmelding zelfs voortijdig stopzetten. Om die reden wordt de bijeenkomst op 22 januari, op dezelfde locatie, nog een keer gehouden. 'Ook zal er een bijeenkomst komen in de regio Ede/Wageningen en in Flevoland', vertelt Michaela van Leeuwen van Projecten LTO Noord.

Er zijn voor de groeiende belangstelling verschillende oorzaken aan te wijzen. Er is een toenemende vraag vanuit de markt naar noten. Dit sluit aan bij een vraag vanuit de sector naar meer plantaardige duurzame productiesystemen. Vanwege de lage milieu-impact krijgt notenteelt ook steun vanuit het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, de provincies en waterschappen.

Bufferstroken

De bijeenkomst kwam tot stand doordat er drie projecten met notenteelt lopen in de provincie. In het project Bufferstroken 2.0 wordt gekeken naar de toepassing van notenteelt in bufferstroken langs het water. Daar is waterschap Rijn en IJssel erg in geïnteresseerd. Het voorkomt afspoeling van meststoffen in het oppervlaktewater.

De notenteelt is verder nuttig voor een bijdrage aan de eiwittransitie, verbetering van de waterhuishouding, CO2-opslag in de bodem, verhoging van de biodiversiteit en verbetering van de bodemkwaliteit.

Zweverig

Volgens adviseur Jacob Haalstra is er niks zweverigs aan notenteelt. 'Het is gewoon landbouw.' Er zijn volgens hem diverse redenen waarom ondernemers juist niet aan de teelt van noten beginnen. 'De een vindt zich te oud, de ander denkt dat het een hype is en weer een ander denkt dat het niet uit kan.'

Notenteelt kan volgens hem op diverse manieren worden vormgegeven, net wat bij het bedrijf past. 'Je kunt kiezen voor lokale verkoop, maar je kunt ook produceren voor de groothandel.'

Economisch perspectief

Er is ook economisch perspectief. 'Nederland is een belangrijk import- en exportland voor noten. Daar kan je van profiteren', stelt projectmanager Ton Baltissen van CropEye. 'Er is infrastructuur, er worden via Nederland heel veel noten verhandeld.'

Hij schetste hoe de notenteelt in Nederland nog in de kinderschoenen staat. Op het gebied van onderzoek en kennis moet er nog veel gebeuren. Bijvoorbeeld als het gaat om saldoberekeningen en onderzoek naar rassen die voor Nederland geschikt zijn. Ook Wageningen University & Research doet onderzoek naar de mogelijkheden van notenteelt in Nederland. Begin 2019 wordt een rapportage verwacht van project 'Nederlandse notenteelt'.

De wind mee

Op dit moment is er zo'n 100 hectare aan wal- en hazelnoten in ons land. De grootste oppervlakte van een bedrijf ligt volgens Baltissen op 13 hectare. 'De notenteelt heeft nu echt de wind mee. Als je start met notenteelt, moet de teelt je echt eigen worden. Hoe meer energie je erin stopt, hoe meer je er ook uithaalt.'

Het is wel van belang om van tevoren goed te bepalen wat je wilt en met welke rassen bijvoorbeeld, benadrukt hij. 'In Nederland zoeken we vooral rassen, waarvan de noten op de grond vallen en die uit de huls vallen. Er is een lijst met aanbevolen rassen.'

Inkomen

Een notengaard geeft niet gelijk productie. Dat is iets om rekening mee te houden, stelt Jacob Haalstra. 'De productie begint vanaf vijf jaar. Vanaf dertien tot dertig jaar zijn de bomen volop in productie. Je hebt dus overbruggingstijd nodig, zodat je ook nog voldoende inkomen haalt uit andere zaken.'

'In Nederland zijn we dat niet zo gewend', stelt Michaela van Leeuwen. 'Het denken in generaties en de lange termijn kom je wel meer tegen bij boomkwekers en in de bosbouw. Het vraagt een ander manier van denken.'