Brexit beïnvloedt gebruik middelen Europese Unie

Dat meldt het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb). Op 30 maart verlaat het VK de EU, waarmee de brexit een feit is. De uittreding heeft gevolgen voor het gewasbeschermingsgebruik in de unie. Diverse gewasbeschermingsmiddelen en biociden ontlenen hun toelating aan een beoordeling in een ander Europees land, waaronder ook het Verenigd Koninkrijk.

• Lees ook: Belang van Nederlandse land- en tuinbouw bij deze deal is groot

'In het algemeen geldt dat besluiten over stoffen of middelen die door het VK op of na 30 maart 2019 zijn genomen, niet meer door de EU-landen worden erkend', stelt het Ctgb. 'Een middel- of stofaanvraag die op 30 maart nog in behandeling is in het VK, mist de toelating voor de EU-markt.'

Wederzijdse erkenningen

Tevens heeft Brussel besloten dat toelatingen op basis van reeds afgesloten middelbeoordelingen uit het VK, vaak de zogenaamde ‘wederzijdse erkenningen’, op of na 30 maart 2019 niet meer mogelijk zijn. De overweging is dat het VK vanaf dat moment behoort tot de grote groep van derde landen waarvan besluiten geen consequenties hebben voor de EU-markt.

‘Door de Brexit kunnen waarschijnlijk een tiental middelen straks niet meer of vertraagd in de EU worden toegelaten’, schat een woordvoerder van het Ctgb in. Een overzicht van deze middelen is er nog niet.

Verdeeld over andere landen

De schade blijft volgens het Ctgb beperkt. Met het vooruitzicht van een Brexit zijn aanvragen die in het VK liepen al in een eerder stadium verdeeld over andere landen van de EU.

De biocidenverordening schrijft ook voor dat voor middelen de aanvrager gevestigd is in een EU-land, Zwitserland, Liechtenstein, Noorwegen of IJsland. Aanvragen door een bedrijf uitsluitend gevestigd in het VK zijn daarom niet mogelijk. Voor gewasbeschermingsmiddelen geldt deze beperking niet.