Voederwaarde mais afwijkend

Nieuws Melkvee Erik Colenbrander 13 okt 2018 om 10:30uur

Adviesorganisatie Groeikracht waarschuwt voor de uitzonderlijk grote variatie die de voederwaardeanalyse van snijmais dit jaar laat zien. 'Het zal een hele klus worden om een kloppend winterrantsoen te maken.'

Snijmais staat bekend om de relatief geringe variatie die de voederwaarde van dit gewas normaal laat zien. Maar dit jaar is door de extreme droogte alles anders.

Uit de verse maisanalyse van de bij Groeikracht aangesloten loonwerkers in de Gelderse Achterhoek blijkt dat ongeveer de helft van de monsters minder dan 250 gram zetmeel per kilo droge stof bevat, vanwege het geringe kolfaandeel. In het verse product is de VEM-waarde van deze mais echter niet veel lager dan van mais met meer kolf.

Proefvelden van Groeikracht in Noord-Brabant laten vooral een enorme spreiding van de voederwaarde in mais zien. Het gemiddelde van 984 VEM per kilo droge stof is niet sterk afwijkend van normaal. Het zetmeelgehalte is 56 gram per kilo droge stof lager dan vorig jaar. Maar het verschil tussen de laagste en hoogste VEM-waarden is heel groot. Dit verschil bedraagt 200 VEM per kilo droge stof.

Soms veel suiker

Slechte kolfvulling, kleinere kolven of helemaal geen kolf in het gewas verklaren de VEM-variatie. Dat is het resultaat van droogtestress rondom de bevruchting, ontwikkeling en afrijping van maiskolven.

Daarnaast constateert Groeikracht veel hoge suikerwaarden, die de VEM-waarde laten stijgen. Suikergehalten van meer dan 200 gram per kilo droge stof zijn geen uitzondering.

Noodrijp

Dit duidt vooral op maisplanten die noodrijp waren met hakselen. Door het conserveringsproces zullen veel van deze suikers omgezet worden naar zuren.

Door de extreme verschillen zal dit jaar duidelijk worden of een kilo VEM uit suikers net zoveel doet als een kilo VEM uit zetmeel, analyseert de adviesorganisatie.

Groeikracht raadt aan zorgvuldig af te wegen welk aandeel maiskuil er in het rantsoen voor melkvee wordt opgenomen, als het zetmeelgehalte veel lager is dan normaal. Het wordt vooral bijsturen in de praktijk, waarbij veranderingen in mest en melkproductie een indicatie geven of de rantsoenpuzzel voor de winterperiode klopt.

Eind augustus constateerde agrarisch laboratorium Eurofins al op basis van de eerste monsters dat een kuil met alleen kolfloze mais niet geschikt is voor melkvee, maar wel als pinkenvoer kan dienen.