'Sturen op eiwit van eigen grond'

Dat stelde onderzoeker Gerjan Hilhorst van proefbedrijf KTC De Marke op basis van cijfers van bijna 200 melkveebedrijven tijdens een thema-avond van de Vruchtbare Kringloop Achterhoek over grondgebondenheid. Het valt hem op dat bij de beter scorende bedrijven de melkproductie hoger is, terwijl het tankureumgetal juist lager is. 'Deze bedrijven benutten het eiwit beter. Een zetmeelrijke productie als mais helpt daarbij. Ik zou daarom hier in de Achterhoek niet te veel van de mais af willen.'

Ook melkveehouder Koen Bolscher uit Bornerbroek, die in de commissie Grondgebonden Melkveehouderij heeft gezeten, is een groot voorstander van rantsoenoptimalisatie. 'Die optimalisatie heeft een vele malen groter effect dan de keuze van de voedermiddelen. Maar moet dat per se met mais? In bijvoorbeeld Friesland en het Groene Hart kan dat ook heel prima met gras en perspulp.'

Benutbaar eiwit

Het verhogen van het percentage eiwit van eigen land kan door het percentage ruw eiwit via het krachtvoer te verlagen. Een andere optie om beter te melken van eigen ruwvoer is om de graslandproductie in ruw eiwit te verhogen, vervolgt Hilhorst. 'Wel moet het dan benutbaar eiwit zijn. Aan de bulk aan onbestendig eiwit, die de komende periode wordt gewonnen, heb je als melkveehouder weinig.'

Omdat de eiwitefficiëntie in het rantsoen ook goed is voor de voerbenutting, is Hilhorst zelf meer voorstander van 65 procent eiwit van eigen land, met de toevoeging 'in het rantsoen' als kenmerk voor grondgebondenheid. 'De variatie in percentage eiwit van eigen land is groot. Er is een grijs gebied als het gaat om de aan- en verkoop van ruwvoer. Bedrijven met het hoogste percentage eiwit van eigen land in het rantsoen produceren per koe 500 kilo FCPM standaardmelk meer, maar voeren minder ruw eiwit per kilo standaardmelk. Dat is te danken aan betere ruwvoerbenutting. Voor wie de kringloopwijzer gebruikt als rantsoenoptimalisatie is twee kilo krachtvoer per koe per dag te besparen.'

Vertrouwen hebben

Bolscher benadrukt aan de slag te gaan met grondgebondenheid en eiwit van eigen land: 'We kunnen beter ergens vertrouwen in hebben dan nergens in. Anders wordt het heel simpel voor de minister van Landbouw en laat ze de derogatie vallen.'

'Als we hier met zijn allen te veel van vinden en er subgroepen ontstaan, dan is de kans groot dat de minister de deur voor overleg dicht doet', aldus Bolscher.