Europees Hof: Crispr-Cas valt onder gmo-wetgeving

Deze uitspraak van het hof is leidend in de discussie in de Europese Unie over de vraag welke methoden wel of niet als genetisch gemodificeerd (ggo) moeten worden gereguleerd. Naast Crispr-Cas9 worden nog een aantal vergelijkbare methoden in de uitspraak van het hof genoemd. Crispr-Cas9 is echter de bekendste.

Soortvreemd DNA

Voorstanders van de techniek vinden dat Crispr-Cas niet onder de huidige Europese gmo-wetgeving moet vallen. Er ontstaan immers genmutaties op die ook spontaan in de natuur kunnen optreden en er wordt geen soortvreemd DNA ingebracht. Met de techniek is het mogelijk om sneller varianten te ontwikkelen die resistent zijn tegen bepaalde ziektes. Voorstanders vinden dat de nieuwe veredelingstechnieken daarmee een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan de wereldwijde voedselzekerheid.

• Lees ook: Groen licht gloort voor Crispr-Cas

Met Crispr-Cas9 kan gerichter dan ooit een eigenschap worden veranderd. Dit gebeurt met behulp van een eiwitschaartje (Cas9). Die kan op een bepaalde plaats in het DNA een of meerdere genen aanpassen. Met Crispr-Cas9 kan een laboratorium een bestaand ras al in een paar maanden tijd van een nieuwe eigenschap voorzien, bijvoorbeeld een resistentie tegen een nieuwe bacterieziekte of nieuw virus dat de kop opsteekt.

Kabinetsstandpunt

De Nederlandse overheid heeft een besluit over dit onderwerp uitgesteld, tot het hof een beslissing heeft genomen. Het kabinetsstandpunt is dat Nederland zich in Europa zal inzetten voor de toepassing en toelating van nieuwe veredelingstechnieken, zoals Crispr-Cas9, mits daarbij geen soortengrenzen worden overschreden.

LTO Nederland en de brancheorganisatie van veredelings- en vermeerderingsbedrijven Plantum, willen dat de nieuwe technieken zonder extra regels worden toegestaan. Milieuorganisaties als Greenpeace en de brancheorganisatie van de biologische keten Bionext, zijn tegenstander van deze toepassing.