Duurzaam melkveebedrijf scoort het beste

Niet alleen is het inkomen per onbetaalde arbeidskracht hoger, ook realiseren bedrijven met betere duurzaamheidsprestaties een lagere kostprijs en kritieke melkprijs. Wel is de arbeidsinzet per 100 kilo melk iets hoger.

Agrimatie analyseerde data van 2014 tot en met 2016 van gespecialiseerde melkveebedrijven in het Bedrijveninformatienet van Wageningen Economic Research. Biologische melkveebedrijven zijn buiten beschouwing gelaten.

Hoger inkomen

Uit de analyse blijkt dat de 25 procent duurzaamste bedrijven een lagere kostprijs en een significant lagere kritieke melkprijs hebben in vergelijking tot de overige bedrijven en een hoger inkomen per onbetaalde arbeidskracht.

De bedrijven realiseren wel een iets lagere melkproductie per arbeidsuur maar dit verschil is niet significant. De langlopende schulden per kg melk en de dierenartskosten per koe zijn significant lager op de duurzaamste bedrijven.

Gemiddeld 97 melkkoeien

De verschillen in economische prestaties worden niet veroorzaakt door structuurverschillen. De 25 procent duurzaamste bedrijven wijken met een melkproductie van 807 ton, een intensiteit van 15,8 ton per hectare en een productieniveau van 8.300 kg melk per koe niet significant af in structuur van de overige bedrijven.

De duurzaamste bedrijven hebben gemiddeld 97 koeien tegenover honderd op de overige bedrijven. De 25 procent duurzaamste bedrijven presteren gemiddeld op alle gekozen duurzaamheidsthema’s beter dan de overige bedrijven. Deze thema's zijn klimaat, diergezondheid, milieu, biodiversiteit en weidegang.

Totaalscore

Dat is enerzijds logisch omdat de bedrijven op de totaalscore van deze indicatoren zijn geselecteerd. Anderzijds is het wel vermeldenswaard dat deze bedrijven erin slagen om goede prestaties op meerdere thema’s te combineren.

Ze laten daarmee zien dat goede prestaties op het thema klimaat bijvoorbeeld samen kunnen gaan met goede prestaties op diergezondheid of weidegang. De 25 procent duurzaamste bedrijven scoren eveneens beter op alle onderliggende indicatoren en de verschillen zijn, op celgetal en milieubelastingspunten na, ook nog significant, aldus de onderzoekers.