85 procent succes met vier v's-voerstrategie

Achtergrond Varkens Jos Thelosen 08 jun 2018 om 07:56uur

'Met het bijvoeren van biggen kun je niet vlug genoeg beginnen', tipt Leendert Amersfoort, productmanager varkens bij Trouw Nutrition. ‘Mits hygiënisch, kun je op dag twee na de geboorte starten met melk. Benut ook het natuurlijke leergedrag van de zeug, om haar biggen te stimuleren vast voer op te nemen. 85 procent vreet voor het spenen als de vier v’s worden toegepast.’

85+procent+succes+met+vier+v%27s%2Dvoerstrategie

'Alles draait na de geboorte om de vier v’s-voerstrategie: zo vlug, vaak, veel en vers mogelijk verstrekken van voeders aan biggen’, zegt Amersfoort. Biggen die het gewend zijn om voer op te nemen in de kraamstal, hebben minder last van een speendip. ‘Alleen daarom al zou een vermeerderaar zich maximaal moeten inspannen om alle zuigende biggen te leren vast voer op te nemen.’

Zorggedrag

Waar zeugenhouders als eerste profijt van kunnen hebben, is het zorggedrag van de zeug. In de natuur zullen biggen ook pas iets gaan vreten als de moeder goedkeuring heeft gegeven. Ofwel: een zeug geeft natuurlijke goedkeuring door haar eigen specifieke luchtje aan het voer of -bakje te geven.

Amersfoort: ‘Voer plaatsen bij de zeugenkop kost wat voer, maar levert wel meer en beter vretende biggen op.’ Met het verstrekken van melkproducten aan biggen kan volgens hem op dag twee na het werpen worden gestart. Door er snel mee te beginnen, zullen biggen eerder en meer van een prestarter opnemen.

Kritische succesfactor

De kritische succesfactor is volgens Amersfoort hygiëne. 70 procent van de bedrijven die automatisch melk bijvoeren, oogst succes. ‘In 30 procent van de gevallen gaat het fout, vaak vanwege een gebrekkige hygiëne. Rottende eiwitten leiden tot darmproblemen en diarree’, zegt hij. ‘Zo span je het paard achter de wagen.’

De focus op een zo hoog mogelijke gemiddelde voeropname per big is volgens Amersfoort niet juist. Het is belangrijker de spreiding in de opname binnen tomen zoveel mogelijk te beperken. ‘Ik heb liever dat elke big wat heeft gevreten, dan een paar biggen veel. Met een goede voerstrategie zijn wij zover dat we 85 procent van de biggen aan de vreet hebben voor het spenen’, benadrukt Amersfoort.
‘Trouw Nutrition doet voedingsonderzoeken waarbij we verwachten ons doel te realiseren: álle biggen vreten voor het spenen.’

Op naar de 100 procent
Alle biggen voor het spenen vast voer laten opnemen, is het doel van onderzoek van Trouw Nutrition. Alles zal uit de kast moeten worden gehaald om de laatste 15 procent van de biggen te verleiden om voor het spenen te vreten. Bij een yoghurtproef nam aan het eind van de derde proefweek 85 procent van de biggen het supersmakelijke voer op.