Variabele kosten verlagen inkomen

Achtergrond Akkerbouw Han Reindsen 04 jan 2018 om 06:59uur

De landbouwinkomens in de EU zullen in de periode 2017-2030 dalen. Dit komt omdat de variabele kosten per jaar sneller stijgen (plus 2,5 procent) dan de waarde van de landbouwproductie (plus 2 procent).

Dit blijkt uit de Agricultural Outlook van de Europese Commissie. Dit rapport presenteert de vooruitzichten voor de belangrijkste EU-markten voor landbouwproducten en de inkomens tot 2030. Het rapport heeft betrekking op een Europese Unie van 28 leden, dus inclusief Groot-Brittannië.

De vooruitzichten zijn gebaseerd op een reeks veronderstellingen die op dit moment als aannemelijk worden beschouwd. De Europese Commissie wijst onder andere op de hogere prijzen voor energie en kunstmest. Boeren zien hun kosten tussen nu en 2030 naar verwachting met 30 procent stijgen.

Schaalvergroting

Tot 2030 neemt het areaal landbouwgrond af en zet de schaalvergroting in de landbouw zich door. Vooral in de nieuwe EU-lidstaten zullen kleine boeren stoppen. Met minder land- en tuinbouwers zal er in Europa richting 2030 toch meer worden geproduceerd.

Met minder land- en tuinbouwers zal er in Europa richting 2030 toch meer worden geproduceerd.

Om het werk rond te zetten, investeren grote bedrijven meer in automatisering. Tussen nu en 2030 gaan akkerbouwers precisielandbouwtechnieken omarmen. De besparing aan kunstmest en gewasbeschermingsmiddelen lijkt daarbij groter dan de productiviteitswinst.

Suiker

De wereldwijde suikerconsumptie blijft volgens de Agricultural Outlook groeien. Veranderende voorkeuren van consumenten en toenemende gezondheidsproblemen zullen naar verwachting het EU-suikerverbruik laten dalen met 5 procent tegen 2030 ten gunste van isoglucose en andere zoetstoffen.

De wereldsuikerproductie neemt, na twee jaar een wereldwijd tekort, weer toe. Daardoor krijgt de suikermarkt met een overschot te maken. In de EU zal de productie tegen 2030 met 12 procent zijn gestegen, wat van de EU een netto-exporteur zal maken. De toename zal geconcentreerd zijn in de meest kosteneffectieve regio's.

Graan

De graanproductie in de EU zal naar verwachting verder groeien naar 341 miljoen ton in 2030. Dit door de vraag naar voedsel, goede exportvooruitzichten (vooral voor tarwe) en toenemend gebruik van granen in de industrie. De voorraden granen zullen zich stabiliseren onder de historische niveaus, met name voor tarwe en gerst.

Door de grote wereldvoorraad, goedkope energie en de zwakke euro zou graan eerst nog een aantal jaren goedkoop blijven. Vanaf circa 2020 herstellen de graanprijzen naar verwachting tot gemiddeld meer dan 170 euro per ton en circa 194 euro per ton voor zachte tarwe aan het einde van de periode. Door klimaatgebeurtenissen zijn prijspieken mogelijk.

Biobrandstoffen

De markt voor biobrandstoffen wordt nog steeds beïnvloed door veranderingen in het beleid. Beleidsontwikkelingen na 2020 zijn moeilijk in te schatten en dat remt de ontwikkeling van geavanceerde biobrandstoffen.

Duidelijk is wel dat het gebruik van diesel en benzine na 2020 zal afnemen. De Europese Commissie verwacht daarom ook een reductie in het verbruik van biodiesel en ethanol. De productie van biobrandstoffen zou minder moeten dalen dan de consumptie. Per saldo betekent dit minder invoer.

Sojabonen

De verwachte lagere vraag naar plantaardige oliën vanuit de markt voor biobrandstoffen zal een prijsdruk geven op de oliehoudende zaden. Door de toenemende vraag naar eiwitmaaltijden zal de vraag naar de binnenlandse productie van sojabonen toenemen.